Noun | Related Translations | Other Translations |
picado
|
|
duikvlucht
|
rancio
|
|
ransheid
|
viejo
|
|
bejaarde; grijsaard; grijskop; ouwe; vlootschipper
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
-
|
benauwd; oud
|
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
anticuado
|
muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; verschaald
|
achterlijk; antiek; eruit; oeroud; onmodern; oubollig; oud; oude; ouderwets; ouderwetse; passé; uit; van; vanaf nu; vanuit; verouderd; voorvaderlijk
|
antiguo
|
muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; verschaald
|
antiek; ex; geweest; gewezen; oeroud; oud; oude; ouderwets; toenmalig; voorheen; voormalig; voormalige; vorige; vroeger; vroegere
|
cargado
|
muf; stoffig
|
beladen; belast; bezwaard; duf; gevuld; opgeladen; opgevuld; suf; vol; volgestopt
|
desahumado
|
muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; verschaald
|
|
enmohecido
|
muf; stoffig
|
beschimmeld; schimmelig
|
enrarecido
|
bedompt; benauwd; drukkend; muf
|
dun; geen vet op de botten hebbende; iel; ijl; mager; schraal; schriel; van geringe dichtheid
|
mal ventilado
|
muf; stoffig
|
benauwd; broeierig; zwoel
|
mohoso
|
muf; stoffig
|
beschimmeld; schimmelig
|
picado
|
muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; verschaald
|
aangebrand; gehakt; geprikkeld; geërgerd; geïrriteerd; pissig; prikkelbaar
|
poco fresco
|
muf; onfris
|
|
poco limpio
|
muf; onfris
|
|
rancio
|
muf; onfris
|
bedorven; rans; ransig; ranzig; rot; rottend; rottig; slecht; vergaan; verrot; voos
|
refrito
|
muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; verschaald
|
achterlijk; oubollig
|
sofocante
|
muf; stoffig
|
adembenemend; benauwd; broeierig; duf; stikkend; suf; verstikkend; zwoel
|
soso
|
muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; verschaald
|
afgezaagd; bleek; daas; dof; eentonig; flauw; flets; geesteloos; mat; melig; monotoon; saai; slaapverwekkend; smakeloos; soezerig; suf; verschoten; versuft; vervelend; zonder smaak; zouteloos
|
viciado
|
muf; onfris
|
goddeloos; heilloos; verderfelijk; verdorven
|
viejo
|
muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; verschaald
|
antiek; bejaard; oeroud; oud; oude; ouderwets; ouwelijk; uitgeleefd
|