Dutch
Detailed Translations for farceren from Dutch to Spanish
farceren:
Translation Matrix for farceren:
Noun | Related Translations | Other Translations |
llenar | aanplempen; aanvullen; volplempen; volstorten; volstorting | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
llenar | farceren; opvullen; vullen | beslaan; bijschenken; bijtanken; bijvullen; plomberen; ruimte innemen; volgieten; volgooien; volmaken; volplempen; volschenken; volstorten; volzetten; vullen |
rellenar | farceren; opvullen; vullen | bijschenken; bijtanken; bijvullen; dichtgooien; invullen; ophogen; opvullen; plomberen; volgieten; volgooien; volmaken; volplempen; volstorten; vullen |
Wiktionary Translations for farceren:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• farceren | → rellenar | ↔ farcieren — Gastronomie: mit einer zuvor hergestellten Farce füllen |