Dutch

Detailed Translations for pardon from Dutch to Spanish

pardon:

pardon adj

  1. pardon (sorry)

pardon [het ~] noun

  1. het pardon (sorry)
    la excusa; la disculpa; el perdón
  2. het pardon (verontschuldiging; excuus; reden; verschoning)
    la excusa; la disculpa; la justificaciones; la justificación
  3. het pardon (absolutie; kwijtschelding)
    el perdón; la exoneración; la absolución
  4. het pardon (vergiffenis; genade; vergeving; verschoning)
    el perdón; la merced; la dispensa; la clemencia; la dispensación
  5. het pardon (kwijtschelding; begenadiging; gratie; genade)
    la clemencia; el indulto; el perdón; la gracia; la dispensa; la absolución; la merced

Translation Matrix for pardon:

NounRelated TranslationsOther Translations
absolución absolutie; begenadiging; genade; gratie; kwijtschelding; pardon amnestie; kwijtschelding; vrijlating; vrijspraak
clemencia begenadiging; genade; gratie; kwijtschelding; pardon; vergeving; vergiffenis; verschoning barmhartigheid; clementie; compassie; genade; goedertierenheid; goedheid; goedmoedigheid; mededogen; mildheid; toegevendheid; vergevingsgezindheid; welwillendheid
disculpa excuus; pardon; reden; sorry; verontschuldiging; verschoning
dispensa begenadiging; genade; gratie; kwijtschelding; pardon; vergeving; vergiffenis; verschoning barmhartigheid; mededogen
dispensación genade; pardon; vergeving; vergiffenis; verschoning barmhartigheid; mededogen
excusa excuus; pardon; reden; sorry; verontschuldiging; verschoning smoesje; vergoelijking; vleug
exoneración absolutie; kwijtschelding; pardon amnestie; kwijtschelding; ontslaan van werknemers; ontslag; uitstoot; vrijlating
gracia begenadiging; genade; gratie; kwijtschelding; pardon aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; aantrekkingskracht; aardigheid; bekoorlijkheid; bekoring; betovering; bevalligheid; cadeautje; charme; elegantie; fascinatie; gein; genade; goedertierenheid; gratie; innemendheid; jolijt; keet; leut; lol; plezier; pret; weldaad
indulto begenadiging; genade; gratie; kwijtschelding; pardon barmhartigheid; genade; mededogen; vergevingsgezindheid
justificaciones excuus; pardon; reden; verontschuldiging; verschoning
justificación excuus; pardon; reden; verontschuldiging; verschoning afrekening; afrekening in het criminele circuit; deugdelijkheid van argumentatie; gegrondheid; geldigheid; gerechtigdheid; justificatie; legitimiteit; rechtvaardiging; rekenschap; verantwoording; verdedigbaarheid; wettigheid
merced begenadiging; genade; gratie; kwijtschelding; pardon; vergeving; vergiffenis; verschoning barmhartigheid; mededogen
perdón absolutie; begenadiging; genade; gratie; kwijtschelding; pardon; sorry; vergeving; vergiffenis; verschoning amnestie; kwijtschelding; vrijlating
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
- sorry
ModifierRelated TranslationsOther Translations
perdona pardon; sorry
perdón pardon; sorry

Synonyms for "pardon":


Related Definitions for "pardon":

  1. om aan te geven dat het je spijt1
    • pardon, ik zag u niet1

Wiktionary Translations for pardon:


Cross Translation:
FromToVia
pardon mande; cómo; perdóname excuse me — request to repeat
pardon perdón excuse me — request for attention
pardon permiso; con permiso excuse me — request to pass
pardon perdona excuse me — sorry, as apology
pardon discúlpeme pardon me — sorry, as an apology
pardon discúlpame; perdóname; lo siento sorry — expression of regret or sorrow
pardon cómo; perdón; ¿ah?; ¿eh?; mande sorry — request to repeat