Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. terugbrengen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for terugbrengen from Dutch to Spanish

terugbrengen:

terugbrengen verb (breng terug, brengt terug, bracht terug, brachten terug, teruggebracht)

  1. terugbrengen (retourneren; teruggeven; terugzenden)

Conjugations for terugbrengen:

o.t.t.
  1. breng terug
  2. brengt terug
  3. brengt terug
  4. brengen terug
  5. brengen terug
  6. brengen terug
o.v.t.
  1. bracht terug
  2. bracht terug
  3. bracht terug
  4. brachten terug
  5. brachten terug
  6. brachten terug
v.t.t.
  1. heb teruggebracht
  2. hebt teruggebracht
  3. heeft teruggebracht
  4. hebben teruggebracht
  5. hebben teruggebracht
  6. hebben teruggebracht
v.v.t.
  1. had teruggebracht
  2. had teruggebracht
  3. had teruggebracht
  4. hadden teruggebracht
  5. hadden teruggebracht
  6. hadden teruggebracht
o.t.t.t.
  1. zal terugbrengen
  2. zult terugbrengen
  3. zal terugbrengen
  4. zullen terugbrengen
  5. zullen terugbrengen
  6. zullen terugbrengen
o.v.t.t.
  1. zou terugbrengen
  2. zou terugbrengen
  3. zou terugbrengen
  4. zouden terugbrengen
  5. zouden terugbrengen
  6. zouden terugbrengen
en verder
  1. ben teruggebracht
  2. bent teruggebracht
  3. is teruggebracht
  4. zijn teruggebracht
  5. zijn teruggebracht
  6. zijn teruggebracht
diversen
  1. breng terug!
  2. brengt terug!
  3. teruggebracht
  4. terugbrengend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for terugbrengen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
devolver retourneren; terugbrengen; teruggeven; terugzenden afstaan; belonen; betalen; bezoldigen; braken; capituleren; honoreren; kotsen; opgeven; overgeven; restitueren; salariëren; spugen; spuwen; terecht brengen; terugbezorgen; teruggooien; terugsturen; terugwerpen; uitbraken; uitleveren; vomeren; zich overgeven
reenviar retourneren; terugbrengen; teruggeven; terugzenden doorsturen; doorzenden; terugbezorgen; terugsturen
restituir retourneren; terugbrengen; teruggeven; terugzenden restitueren; terugbezorgen; teruggooien; terugsturen; terugwerpen

Wiktionary Translations for terugbrengen:

terugbrengen
verb
  1. naar het punt van vertrek brengen
  2. naar de eigenaar brengen

Cross Translation:
FromToVia
terugbrengen recuperar retrieve — to regain or get back something
terugbrengen devolver; retrovender return — to take something back to a retailer for a refund
terugbrengen transportar; transferir; trasladar reporter — Traductions à trier suivant le sens