Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. gedijen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for gedijen from Dutch to Spanish

gedijen:

gedijen verb (gedij, gedijt, gedijde, gedijden, gedijd)

  1. gedijen (tieren; wassen)
  2. gedijen (toenemen; groeien; stijgen; )

Conjugations for gedijen:

o.t.t.
  1. gedij
  2. gedijt
  3. gedijt
  4. gedijen
  5. gedijen
  6. gedijen
o.v.t.
  1. gedijde
  2. gedijde
  3. gedijde
  4. gedijden
  5. gedijden
  6. gedijden
v.t.t.
  1. heb gedijd
  2. hebt gedijd
  3. heeft gedijd
  4. hebben gedijd
  5. hebben gedijd
  6. hebben gedijd
v.v.t.
  1. had gedijd
  2. had gedijd
  3. had gedijd
  4. hadden gedijd
  5. hadden gedijd
  6. hadden gedijd
o.t.t.t.
  1. zal gedijen
  2. zult gedijen
  3. zal gedijen
  4. zullen gedijen
  5. zullen gedijen
  6. zullen gedijen
o.v.t.t.
  1. zou gedijen
  2. zou gedijen
  3. zou gedijen
  4. zouden gedijen
  5. zouden gedijen
  6. zouden gedijen
en verder
  1. is gedijd
  2. zijn gedijd
diversen
  1. gedij!
  2. gedijt!
  3. gedijd
  4. gedijend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for gedijen:

NounRelated TranslationsOther Translations
crecer aanwassen; aanzwellen
subir opklimmen; oprijden; stijgen
VerbRelated TranslationsOther Translations
aumentar aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; gedijen; groeien; groter worden; omhooggaan; opzetten; stijgen; toenemen; vermeerderen aankaarten; aanknopen; aansnijden; bezwaren; entameren; expanderen; gesprek aanknopen; gewicht toevoegen; openen; opvoeren; opwerpen; starten; te berde brengen; ter sprake brengen; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; verbreiden; vergroten; vermeerderen; verruimen; verwijden; verzwaren; zwaarder maken
crecer aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; gedijen; groeien; groter worden; omhooggaan; opzetten; stijgen; toenemen; vermeerderen dik worden; expanderen; groeien; groot worden; hoger worden; ijlen; jachten; jagen; jakkeren; lengen; openen; opgroeien; opschieten; opzwellen; reppen; snellen; spoeden; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; uitgroeien; verbreiden; vermeerderen; verruimen; verwijden; vliegen; volgroeien; volwassen worden; zich haasten; zich spoeden
engrandecer aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; gedijen; groeien; groter worden; omhooggaan; opzetten; stijgen; toenemen; vermeerderen
florecer gedijen; tieren; wassen bloeien; floreren; goed lopen; hernieuwen; herstellen; ontplooien; opbloeien; opfleuren; renoveren; tot bloei komen; tot hoogconjunctuur komen; tot volle wasdom komen; verbeteren; vernieuwen
medrar gedijen; tieren; wassen
subir aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; gedijen; groeien; groter worden; omhooggaan; opzetten; stijgen; toenemen; vermeerderen aanwassen; bevorderd worden; binnenrijden; bovenkomen; de hoogte ingaan; eindje meerijden; erop vooruit gaan; heffen; hijsen; hoger maken; hoger worden; hogerop komen; in de lucht omhoogstijgen; inrijden; lichten; naar boven gaan; naar boven rijden; omhoog brengen; omhoog doen; omhoog komen; omhoog rijzen; omhooggaan; omhooghalen; omhoogheffen; omhoogkomen; omhoogleiden; omhooglopen; omhoogrijden; omhoogschroeven; omhoogstappen; omhoogstijgen; omhoogvoeren; ontspinnen; opgaan; opheffen; ophijsen; ophogen; oprijden; oprijzen; opstijgen; optillen; opvliegen; opwaarts rijden; rijzen; stijgen; tillen; verhogen; vooruitkomen; vorderen; zich opwerken
surgir aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; gedijen; groeien; groter worden; omhooggaan; opzetten; stijgen; toenemen; vermeerderen boven water komen; bovenkomen; de hoogte ingaan; in de lucht omhoogstijgen; in het hoofd opkomen; invallen; naar binnen vallen; omhoogkomen; ontstaan; opdiepen; opdoemen; opduiken; opkomen voor; oprijzen; opstijgen; opwellen; rijzen; stijgen; van de bodem ophalen; verrijzen; voortkomen; weer verschijnen
OtherRelated TranslationsOther Translations
florecer bloeien

Related Definitions for "gedijen":

  1. zich goed ontwikkelen, goed groeien1
    • deze baby gedijt goed1

Wiktionary Translations for gedijen:

gedijen
verb
  1. voorspoedig groeien

Cross Translation:
FromToVia
gedijen aumentar; abultar; crecer augmenterrendre une quantité plus grande.
gedijen crecer grandir — intransitif|fr devenir plus grand.
gedijen prosperar prospérer — Être heureux, avoir la fortune favorable.