Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. thesis:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for thesis from Dutch to Spanish

thesis:

thesis [de ~ (v)] noun

  1. de thesis (these; stelling; aanname)
    la tesis; la presuposición; la teoría; la suposición; la conjetura; el presunción; el teorema

Translation Matrix for thesis:

NounRelated TranslationsOther Translations
conjetura aanname; stelling; these; thesis gissing; inschatting; postulaat; vooronderstelling
presunción aanname; stelling; these; thesis aannemen; bombast; branie; dikdoenerij; eigendunk; eigenwaan; gebluf; gebral; gepoch; gewichtigdoenerij; gewichtigheid; gezwollenheid; grootspraak; hoogdravendheid; hoogmoedigheid; hovaardigheid; ijdelheid; ijdeltuiterij; opschepperij; pompeusheid; postulaat; snoeverij; trots; vermoeden; veronderstelling; voorgevoel; vooronderstellen; vooronderstelling; wuftheid; zelfbehagen
presuposición aanname; stelling; these; thesis postulaat; premisse; veronderstellen; vooronderstelling
suposición aanname; stelling; these; thesis aannemen; gissing; hypothese; inschatting; onderstelling; postulaat; stelling; theorie; veronderstellen; veronderstelling; voorgevoel; vooronderstellen; vooronderstelling
teorema aanname; stelling; these; thesis bewering; stelling
teoría aanname; stelling; these; thesis bewering; hypothese; onderstelling; stelling; theorie; veronderstelling
tesis aanname; stelling; these; thesis bewering; proefschrift; stelling; stellingen; theses; verhandeling; werkstuk

Related Words for "thesis":

  • thesissen

Wiktionary Translations for thesis:

thesis
noun
  1. te verdedigen, te bewijzen stelling

Cross Translation:
FromToVia
thesis disertación dissertation — formal exposition of a subject
thesis tesis thèseproposition qu’on avancer avec l’intention de la défendre si elle attaquer.