Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. afhandeling:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for afhandeling from Dutch to Spanish

afhandeling:

afhandeling [de ~ (v)] noun

  1. de afhandeling (afdoening)
    la tramitación; el despacho

Translation Matrix for afhandeling:

NounRelated TranslationsOther Translations
despacho afdoening; afhandeling afgifte; afwikkeling; bezorging; bureau; bureaumeubel; geleverde; het zenden; leverantie; levering; verzending; zending
tramitación afdoening; afhandeling afwikkeling

Wiktionary Translations for afhandeling:

afhandeling
noun
  1. de manier waarop iets wordt geregeld tot het af is