Dutch
Detailed Translations for versiersel from Dutch to Spanish
versiersel:
-
het versiersel (versiering; draperie; tooi; decoratie; corsage; ornamentiek; opluistering; sierwerk; decor; garnering; opsiering)
Translation Matrix for versiersel:
Noun | Related Translations | Other Translations |
adorno | corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; opluistering; opsiering; ornamentiek; sierwerk; tooi; versiering; versiersel | benodigde; decoreren; glans; kwik; kwikzilver; luister; monstering; opschik; opsieren; opsmuk; opsmukken; ornament; outfit; outillage; praal; pracht; pronk; sieraad; sierstuk; smuk; toneeldecoratie; uitdossing; uitmonstering; uitrusting; uitzet; verfraaiing; versieren; versiering; versieringen aanbrengen |
decoración | corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; opluistering; opsiering; ornamentiek; sierwerk; tooi; versiering; versiersel | aankleding; decoratie; inrichten; inrichting; kenteken; merkteken; onderscheidingsteken; ordeteken; speldje; toneeldecoratie; versiering; wandversiering; woningdecoratie; woninginrichting |
ornamento | corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; opluistering; opsiering; ornamentiek; sierwerk; tooi; versiering; versiersel | ornament |
Related Words for "versiersel":
Wiktionary Translations for versiersel:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• versiersel | → alhaja | ↔ parure — ornement, ajustement, ce qui servir à parer. |
External Machine Translations: