Dutch
Detailed Translations for verdeler from Dutch to Spanish
verdeler:
-
verdeler (rondstrooien; verspreiden; uitzaaien; uitzenden; verbreiden; verbreider; verstrooien)
-
de verdeler (verspreider; distributeur; verbreider)
Translation Matrix for verdeler:
Noun | Related Translations | Other Translations |
difusor | distributeur; verbreider; verdeler; verspreider | diffusor; distribuant |
distruibidor | distributeur; verbreider; verdeler; verspreider | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
esparcir | rondstrooien; uitzaaien; uitzenden; verbreiden; verbreider; verdeler; verspreiden; verstrooien | bestrooien; bezaaien; distribueren; ronddelen; uiteenspreiden; uitreiken; verdelen |
pregonar | rondstrooien; uitzaaien; uitzenden; verbreiden; verbreider; verdeler; verspreiden; verstrooien | |
sembrar a voleo | rondstrooien; uitzaaien; uitzenden; verbreiden; verbreider; verdeler; verspreiden; verstrooien |
Wiktionary Translations for verdeler:
verdeler
noun
-
iemand die of iets dat verdeelt
- verdeler → distribuidor