Dutch

Detailed Translations for wijs from Dutch to Spanish

wijs:

wijs [de ~] noun

  1. de wijs (methode; manier; handelwijze; )
    el método; la manera; la forma; el modo de obrar; el modo; el estilo
  2. de wijs (deun)
    el aire; la melodía
  3. de wijs (melodie)
    la melodía; el aire; la tonadilla

Translation Matrix for wijs:

NounRelated TranslationsOther Translations
aire deun; melodie; wijs aangezicht; aanzien; air; buitenkant; buitenlucht; gedaante; gelaat; lucht; openlucht; type; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm
chulo dikdoeners; hol vat; leeg vat; opsnijder; patser; pooier; souteneur
erudito erudiet; geletterde; hooggeleerde; intellectueel; wetenschapper; wetenschapsbeoefenaar
estilo handelwijze; manier; methode; procedure; trant; wijs; wijze aanzien; allure; stijl
forma handelwijze; manier; methode; procedure; trant; wijs; wijze afgieting; afgietsel; conditie; etiquette; figuur; gedaante; gedragslijn; gestalte; gietsel; herleidingskoers; in vorm zijn; inkleding; koers; lichaamslijn; moedervorm; pasvorm; postuur; schim; silhouet; valuta; vorm; wijze van voorstellen; wisselkoers
manera handelwijze; manier; methode; procedure; trant; wijs; wijze gedrag; gedragslijn; gedragswijze; handelwijze; hardloopwedstrijd; loop; manier; moedervorm; optreden
melodía deun; melodie; wijs deuntje; wijsje
modo handelwijze; manier; methode; procedure; trant; wijs; wijze deuntje; gedrag; gedragslijn; gedragswijze; handelwijze; manier; modus; optreden; wijsje
modo de obrar handelwijze; manier; methode; procedure; trant; wijs; wijze
método handelwijze; manier; methode; procedure; trant; wijs; wijze aanpak; gedragslijn; methode; procédé
sabio hooggeleerde; hoogleraar; prof; professor; wetenschapper; wetenschapsbeoefenaar
tonadilla melodie; wijs deuntje; wijsje
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
fantástico fantastisch; super; supergaaf
forma shape
ModifierRelated TranslationsOther Translations
chulo fabelachtig; fantastisch; gaaf; krankzinnig; reuze; te gek; waanzinnig; wijs
docto belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld geleerd; geschoold; onderlegd; onderwezen
erudito belezen; erudiet; geleerd; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; intelligent; ontwikkeld; slim; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld geleerd; geschoold; onderwezen
estupendo fabelachtig; fantastisch; gaaf; krankzinnig; reuze; te gek; waanzinnig; wijs fantastisch; fenomenaal; formidabel; gaaf; geweldig; grandioos; groots; heerlijk; jofel; kiplekker; kostelijk; magnifiek; mieters; onaangetast; opperbest; prachtig; prima; puik; puntgaaf; schitterend; tof; uitnemend; uitstekend; verrukkelijk; voortreffelijk; zalig
fantástico fabelachtig; fantastisch; gaaf; krankzinnig; reuze; te gek; waanzinnig; wijs betoverend; droomachtig; fantastisch; feeëriek; fenomenaal; formidabel; gaaf; geweldig; grandioos; groots; grootschalig; idyllisch; legendarisch; luisterrijk; magnifiek; mieters; prachtig; puik; reuze; reuzeleuk; schitterend; sprookjesachtig; tof; toverachtig; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk
fenomenal fabelachtig; fantastisch; gaaf; krankzinnig; reuze; te gek; waanzinnig; wijs briljant; fantastisch; fenomenaal; formidabel; gaaf; geniaal; geweldig; grandioos; groots; grootschalig; lumineus; magnifiek; mieters; prachtig; puik; reuze; schitterend; tof; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk
grandioso fabelachtig; fantastisch; gaaf; krankzinnig; reuze; te gek; waanzinnig; wijs betoverend; edelmoedig; fantastisch; fenomenaal; fier; flink; genereus; geweldig; glorieus; grandioos; groots; gul; imponerend; imposant; indrukwekkend; legendarisch; luisterrijk; magnifiek; mild; ontzagwekkend; prachtig; prat; puik; riant; royaal; ruimhartig; schitterend; trots; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk; vrijgevig; weids
guay fabelachtig; fantastisch; gaaf; krankzinnig; reuze; te gek; waanzinnig; wijs
inteligente geleerd; intelligent; slim; wijs aantrekkelijke; adrem; bevattelijk; bij de pinken; bijdehand; briljant; clever; gevat; gis; goedleers; goochem; ingenieus; intelligent; kien; knap; kundig; kunstig; pienter; raak; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; snugger; uitgeslapen; vaardig; vindingrijk; vlug van begrip
juicioso belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld bedachtzaam; behoedzaam; bezonnen; competent; deskundig; intelligent; omzichtig; oordeelkundig; pienter; schrander; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig
letrado belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld akademisch
maravilloso fabelachtig; fantastisch; gaaf; krankzinnig; reuze; te gek; waanzinnig; wijs dreigend; droomachtig; eng; fantastisch; feeëriek; fenomenaal; gaaf; geweldig; grandioos; groots; heerlijk; idyllisch; magnifiek; mieters; puik; schitterend; sprookjesachtig; tof; toverachtig; uitnemend; uitstekend; verrukkelijk; voortreffelijk; zalig
muy desarrollado belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld
razonable bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig billijk; fatsoenlijk; geschikt; netjes; ordentelijk; redelijk; reëel; schappelijk
sabihondo bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig belerend; geniaal; meesterachtig; schoolmeesterachtig; vernuftig
sabio bedachtzaam; belezen; correct; doordacht; erudiet; geleerd; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; intelligent; nadenkend; ontwikkeld; pienter; raadzaam; slim; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zeer geleerd; zeer ontwikkeld; zinnig diep; diepzinnig; geniaal; vernuftig
sensato bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig bedachtzaam; behoedzaam; bezonnen; niet beschonken; nuchter; omzichtig

Related Words for "wijs":


Antonyms for "wijs":


Related Definitions for "wijs":

  1. bepaalde vorm van het werkwoord1
    • 'stop' is gebiedende wijs1
  2. melodie, liedje1
    • hij fluit een vrolijk wijsje1
  3. verstandig, wie veel weet1
    • mijn oma is een wijze vrouw1

Wiktionary Translations for wijs:

wijs
adjective
  1. van groot inzicht getuigend

Cross Translation:
FromToVia
wijs modo mood — in grammar
wijs profundo profound — intellectually deep
wijs sabio sage — wise
wijs sabio; juicioso wise — showing good judgement
wijs sabio weise — reich an Wissen und Lebenserfahrung
wijs melodía; aria mélodie — (musique) suite de sons d’où résulte un chant agréable et régulier.
wijs sensato; juicioso; cuerdo; acertado; escarcha; conveniente raisonnable — Qui douer de raison, qui a la faculté de raisonner.
wijs sensato; juicioso; cuerdo; acertado; escarcha sage — Qui est prudent, circonspect, judicieux; qui a un sentiment juste des choses. (Sens général).
wijs sensato; juicioso sensé — Qui a du bon sens, qui a de la raison, du jugement.

wijs form of wijzen:

Conjugations for wijzen:

o.t.t.
  1. wijs
  2. wijst
  3. wijst
  4. wijzen
  5. wijzen
  6. wijzen
o.v.t.
  1. wees
  2. wees
  3. wees
  4. wezen
  5. wezen
  6. wezen
v.t.t.
  1. heb gewezen
  2. hebt gewezen
  3. heeft gewezen
  4. hebben gewezen
  5. hebben gewezen
  6. hebben gewezen
v.v.t.
  1. had gewezen
  2. had gewezen
  3. had gewezen
  4. hadden gewezen
  5. hadden gewezen
  6. hadden gewezen
o.t.t.t.
  1. zal wijzen
  2. zult wijzen
  3. zal wijzen
  4. zullen wijzen
  5. zullen wijzen
  6. zullen wijzen
o.v.t.t.
  1. zou wijzen
  2. zou wijzen
  3. zou wijzen
  4. zouden wijzen
  5. zouden wijzen
  6. zouden wijzen
diversen
  1. wijs!
  2. wijst!
  3. gewezen
  4. wijzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for wijzen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
advertir attenderen; wijzen bemerken; bespeuren; bewust maken; gewaarworden; informeren; inlichten; inseinen; kennisgeven van; merken; ontwaren; op de hoogte brengen; opmerken; signaleren; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; voelen; waarnemen; waarschuwen; zeggen; zien
dar informes attenderen; wijzen berichten; bewust maken; iets melden; informeren; inlichten; kennisgeven van; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen; zeggen
hacer referencia attenderen; wijzen verwijzen
informar attenderen; wijzen berichten; bewust maken; iets melden; informeren; inlichten; kennisgeven van; meedelen; melden; op de hoogte brengen; rapporteren; tippen; van iets in kennis stellen; verslag uitbrengen; verwittigen; waarschuwen; zeggen
informar acerca de attenderen; wijzen informeren; inlichten; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen
llamar la atención sobre attenderen; wijzen
localizar un sitio para bombardear aanduiden; aangeven; iets aanwijzen; indiceren; wijzen

Related Words for "wijzen":


Related Definitions for "wijzen":

  1. aanwijzingen vormen dat het zo is1
    • alles wijst erop dat hij gelijk heeft1
  2. hem duidelijk maken waar het is of hoe het moet1
    • hij wijst hem de weg naar zee1
  3. je hand of arm in die richting houden1
    • hij wijst naar de boot in de verte1
  4. zijn aandacht erop vestigen1
    • ik wijs erop dat u de aanvraag volgende week in moet leveren1

Wiktionary Translations for wijzen:

wijzen
verb
  1. (inergatief) met de (wijs)vinger, hand of arm in een richting duiden

Cross Translation:
FromToVia
wijzen indicar; apuntar point — to extend finger
wijzen señalar weisen — auf etwas zeigen
wijzen mostrar weisen — jemandem etwas zeigen
wijzen indicar zeigenauf etwas zeigen: (meist mit dem Finger) in die Richtung von etwas deuten
wijzen designar; adscribir désigner — Traduction à trier
wijzen indicar; enseñar; mostrar; señalar indiquermontrer, désigner une personne ou une chose.
wijzen mostrar; indicar; señalar; enseñar montrerfaire voir ; exposer aux regards.

Related Translations for wijs