Noun | Related Translations | Other Translations |
fresco
|
kou; koude
|
fresco; frisheid; kilte; koelte; ondeugd; zedelijke slechtheid; zonde
|
frescor
|
kou; koude
|
frisheid; kilheid; kilte; koelheid; koelte; luchtigheid; versheid
|
frescura
|
kou; koude
|
afstandelijkheid; brutaliteit; frisheid; gereserveerdheid; impertinentie; inbeelding; indiscretie; kilheid; kilte; koelheid; koelte; laatdunkendheid; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; onbeschroomdheid; onkiesheid; onwelgevoegelijkheid; schaamteloosheid; versheid; verwaandheid; vrijpostigheid; zelfverheffing
|
frío
|
kou; koude
|
afstandelijkheid; frisheid; gereserveerdheid; kilheid; kilte; koelheid; koelte; koudheid
|
resfrío
|
kou; koude
|
frisheid; koelheid; koelte
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
fresco
|
|
aanmatigend; fris; frisjes; gekoeld; gemoedereerd; kil; koel; koeltjes; koud en vochtig; koudmakend; losjes; luchthartig; luchtig; nieuw; nieuwbakken; onbedorven; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; pril; respectloos; speels; vers; versgebakken; vlegelachtig; vroeg
|
frío
|
|
afstandelijk; bedaard; bitterkoud; fris; frisjes; gekoeld; gelijkmoedig; gemoedereerd; ijskoud; ijzig; kalm; kalmpjes; kil; koel; koud; koud en vochtig; koudmakend; laag van temperatuur; onbewogen; onderkoeld; rillerig; rustig; sereen; steenkoud
|