Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. uithongeren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for uithongeren from Dutch to Spanish

uithongeren:

uithongeren verb (honger uit, hongert uit, hongerde uit, hongerden uit, uitgehongerd)

  1. uithongeren (honger lijden; verhongeren; hongeren)

Conjugations for uithongeren:

o.t.t.
  1. honger uit
  2. hongert uit
  3. hongert uit
  4. hongeren uit
  5. hongeren uit
  6. hongeren uit
o.v.t.
  1. hongerde uit
  2. hongerde uit
  3. hongerde uit
  4. hongerden uit
  5. hongerden uit
  6. hongerden uit
v.t.t.
  1. ben uitgehongerd
  2. bent uitgehongerd
  3. is uitgehongerd
  4. zijn uitgehongerd
  5. zijn uitgehongerd
  6. zijn uitgehongerd
v.v.t.
  1. was uitgehongerd
  2. was uitgehongerd
  3. was uitgehongerd
  4. waren uitgehongerd
  5. waren uitgehongerd
  6. waren uitgehongerd
o.t.t.t.
  1. zal uithongeren
  2. zult uithongeren
  3. zal uithongeren
  4. zullen uithongeren
  5. zullen uithongeren
  6. zullen uithongeren
o.v.t.t.
  1. zou uithongeren
  2. zou uithongeren
  3. zou uithongeren
  4. zouden uithongeren
  5. zouden uithongeren
  6. zouden uithongeren
diversen
  1. honger uit!
  2. hongert uit!
  3. uitgehongerd
  4. uithongerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for uithongeren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
hacer padecer hambre honger lijden; hongeren; uithongeren; verhongeren
matar de hambre honger lijden; hongeren; uithongeren; verhongeren
morirse de hambre honger lijden; hongeren; uithongeren; verhongeren honger hebben; rammelen
sitiar por hambre honger lijden; hongeren; uithongeren; verhongeren

Wiktionary Translations for uithongeren:


Cross Translation:
FromToVia
uithongeren demacrar emaciate — (transitive) make extremely thin or wasted