Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. ceintuur:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for ceintuur from Dutch to Spanish

ceintuur:

ceintuur [de ~ (v)] noun

  1. de ceintuur (gordel; riem)
    el cinturón

Translation Matrix for ceintuur:

NounRelated TranslationsOther Translations
cinturón ceintuur; gordel; riem broekband; broekriem; draagband om de heup; gordel; gordelriem; heupgordel; lei; lijn; riem; ringbaan; ringlijn; ringspoorweg; ringweg; rondweg; sluitband; teugel

Related Words for "ceintuur":

  • ceinturen, ceintuurs, ceintuurtje, ceintuurtjes

Wiktionary Translations for ceintuur:


Cross Translation:
FromToVia
ceintuur cinturón; cincho; cinto; correa; faja belt — band worn around the waist