Dutch and Spanish Translation Search Results for uitstaan

• uit: desde aquí; pronto; pasado; listo; acabado; completo; perfecto; terminado; realizado; efectuado; llevado a cabo; concluído; preparado; concluido; ultimado; apagado; anticuado; extinguido
• staan: favorecer; embellecer
• uiten: decir; hablar; apagar; escoger; expresar; pronunciarse; dictar; caracterizar; parlar; desentrañar; desembrollar; desenmarañar; deshilarse; dar voz a

• staan; uitslaan; uitstaken; uitstal; uitstalt; uitstapt; uitstak; uitstraal; uitstap; uitgaan

Translation Matrix for uitstaan:

Synonyms for "uitstaan":

Related Definitions for "uitstaan":