Dutch
Detailed Translations for benaderbaar from Dutch to Spanish
benaderbaar:
-
benaderbaar (aanspreekbaar; toegankelijk; toeschietelijk; genaakbaar)
-
benaderbaar (genaakbaar; toegankelijk; open)
Translation Matrix for benaderbaar:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
abierto | benaderbaar; genaakbaar; open; toegankelijk | aangebroken; attent; cru; frank; galant; geopend; hoffelijk; met open vizier; niet dicht; onbevangen; onbewimpeld; onomwonden; ontsloten; ontvankelijk; onverbloemd; onverholen; open; openbaar; opengelegd; opengemaakt; opengesprongen; opengesteld; openhartig; openlijk; openstaand; oprecht; publiek; rechttoe; rechttoe rechtaan; ridderlijk; rondborstig; ronduit; vatbaar; volmondig; voorkomend; vrij; vrijelijk; vrijuit |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
accesible | aanspreekbaar; benaderbaar; genaakbaar; open; toegankelijk; toeschietelijk | begaanbaar; bereikbaar; toegankelijk |
sin rodeos | benaderbaar; genaakbaar; open; toegankelijk | botweg; frank; gladaf; onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; oprecht; platweg; rechtaan; rechttoe; ronduit; ruiterlijk; vrij; vrijelijk; vrijuit; zonder omwegen |
Related Words for "benaderbaar":
Wiktionary Translations for benaderbaar:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• benaderbaar | → asequible; accesible | ↔ approachable — easy to talk to |