Dutch

Detailed Translations for geest from Dutch to Spanish

geest:

geest [de ~ (m)] noun

  1. de geest (geestverschijning; verschijning; schim; spookverschijning; spook)
    el fantasma; el duende; la visión; la aparición; la comparecencia; el espectro; el espantajo
  2. de geest (denkvermogen; verstand; vernuft; hersens; brein)
    el entendimiento; la mente; el don; la razón; la inteligencia; el genio; la genialidad; el talento; la facultad de pensar
  3. de geest (teneur; strekking)
    el estiramiento; la tendencia; el ingenio

Translation Matrix for geest:

NounRelated TranslationsOther Translations
aparición geest; geestverschijning; schim; spook; spookverschijning; verschijning aantal gekomen personen; aanzien; afkondiging; bekendmaking; exterieur; figuur; gedaante; gestalte; openbaarmaking; openbare publicatie; opkomst; postuur; proclamatie; publicatie; publikatie; schim; uitgave; uitgifte; verschijnen; verschijning; verschijningsvorm; visioen; vorm
comparecencia geest; geestverschijning; schim; spook; spookverschijning; verschijning afkondiging; bekendmaking; openbaarmaking; openbare publicatie; proclamatie; publicatie
don brein; denkvermogen; geest; hersens; vernuft; verstand capaciteit; gezegende toestand; heil; inhoud; omvatte ruimte; voorspoed; zaligheid; zegen; zegenen; zegening
duende geest; geestverschijning; schim; spook; spookverschijning; verschijning
entendimiento brein; denkvermogen; geest; hersens; vernuft; verstand beschouwing; bewustzijn; brein; brille; doorzicht; genie; hersens; intellect; intelligentie; inzicht; overeenstemming; rede; samenspel; vernuft; verstaanbaarheid; verstand; visie
espantajo geest; geestverschijning; schim; spook; spookverschijning; verschijning
espectro geest; geestverschijning; schim; spook; spookverschijning; verschijning droombeeld; gamma; hersenschim; illusie; scala; schrikbeeld; spectrum; spookbeeld; waaier
estiramiento geest; strekking; teneur grootte in de ruimte; inhoud; uitrekking; uitstrekking; volume
facultad de pensar brein; denkvermogen; geest; hersens; vernuft; verstand denkvermogen; geestvermogen; intellect; rede; verstand; verstandelijk vermogen
fantasma geest; geestverschijning; schim; spook; spookverschijning; verschijning droombeeld; fantoom; gedaante; hallucinatie; hersenschim; illusie; rondwarende schaduwen; schaduwen; schijnbeeld; schim; schimmen; schrikbeeld; spook; spookbeeld; spookgestalte; spookverschijning; zinsbegoocheling
genialidad brein; denkvermogen; geest; hersens; vernuft; verstand aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; genialiteit; knobbel; kundigheid; scherpzinnigheid; talent; vernuft; vindingrijk vernuft
genio brein; denkvermogen; geest; hersens; vernuft; verstand aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; brein; capaciteit; duivelskunstenaar; duizendkunstenaar; gave; geniaal persoon; genialiteit; genie; geniekorps; hersens; hoogvlieger; intelligentie; knobbel; kundigheid; scherpzinnigheid; talent; vernuft; verstand; vindingrijk vernuft
ingenio geest; strekking; teneur brein; hersens; intelligentie; verstand
inteligencia brein; denkvermogen; geest; hersens; vernuft; verstand aard; adremheid; bewustzijn; bij de pinken zijn; bijdehandheid; brein; denkvermogen; geaardheid; geestvermogen; gevatheid; goochemheid; hersens; inborst; intellect; intelligentie; inzicht; karakter; kop; krantenkop; pienterheid; rede; schranderheid; slimheid; snedigheid; uitgeslapenheid; verstand; verstandelijk vermogen
mente brein; denkvermogen; geest; hersens; vernuft; verstand aanhef; harses; hoofd; titel
razón brein; denkvermogen; geest; hersens; vernuft; verstand aanleiding; basis; basislijn; beginsel; beweegreden; bewustzijn; billijkheid; brein; drijfveer; fundament; fundering; gerechtigheid; grondgedachte; grondlijn; grondslag; grondstelling; inleiding; introductie; inzicht; liaison; liefdesbetrekking; liefdesrelatie; motief; motivatie; oorzaak; principe; proloog; recht; rede; redelijkheid; reden; relatie; schappelijkheid; uitgangspunt; uitgangsvorm; verhouding; verkering; veronderstelling; veroorzaking; verstand; vertrekpunt; voorbericht; voorwoord
talento brein; denkvermogen; geest; hersens; vernuft; verstand aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; knobbel; kunde; kundigheid; scherpzinnigheid; talent; vernuft
tendencia geest; strekking; teneur geneigdheid; gerichtheid; gerichtheid op; gezindheid; hang; inclinatie; mode; modeverschijnsel; neiging; oriëntatie; oriëntatie op; overtuiging; strekking; tendens; tendentie; trend; vaststaande mening
visión geest; geestverschijning; schim; spook; spookverschijning; verschijning benadering; benaderingswijze; beschouwing; denkbeeld; droomgezicht; fata morgana; gedaante; gezichtsbedrog; gezichtsbeeld; gezichtspunt; gezichtsvermogen; idee; interpretatie; invalshoek; inzicht; lezing; luchtspiegeling; mening; oordeel; openbare publicatie; opinie; optiek; opvatting; publicatie; publikatie; schim; standpunt; uitgave; uitgifte; visie; zienswijze
- instelling; ziel

Related Words for "geest":

  • geesten

Synonyms for "geest":


Antonyms for "geest":


Related Definitions for "geest":

  1. manier van doen en denken1
    • hij heeft het bedrijf in de geest van zijn vader voortgezet1
  2. persoon zonder lichaam1
    • om twaalf uur kwamen de geesten tevoorschijn1
  3. het denken, voelen en willen van de mens, het onbewuste1
    • je kunt niet in zijn geest kijken1

Wiktionary Translations for geest:

geest
noun
  1. dat wat zich afspeelt in iemands gedachten
  2. een onsubstantieel wezen

Cross Translation:
FromToVia
geest espíritu; aparecido; aparición; sombra; espectro; fantasma; alma ghost — spirit appearing after death
geest mente mind — ability for rational thought
geest espíritu; alma spirit — soul
geest espíritu spirit — supernatural being
geest duende; trasgo; genio; elfo lutin — fanta|fr Petit démon ou esprit follet qui vient la nuit tourmenter les vivants.
geest alma; ánima; ánimo âmeprincipe de la vie chez un être humain.

Related Translations for geest