Dutch
Detailed Translations for knopen from Dutch to Spanish
knopen:
-
knopen (aan elkaar knopen; verbinden; bevestigen)
-
knopen (vastknopen; aan elkaar knopen; aan elkaar binden; strikken)
-
knopen (knevelen; binden; vastbinden; strikken; vastmaken)
-
knopen (samenknopen)
Conjugations for knopen:
o.t.t.
- knoop
- knoopt
- knoopt
- knopen
- knopen
- knopen
o.v.t.
- knoopte
- knoopte
- knoopte
- knoopten
- knoopten
- knoopten
v.t.t.
- heb geknoopt
- hebt geknoopt
- heeft geknoopt
- hebben geknoopt
- hebben geknoopt
- hebben geknoopt
v.v.t.
- had geknoopt
- had geknoopt
- had geknoopt
- hadden geknoopt
- hadden geknoopt
- hadden geknoopt
o.t.t.t.
- zal knopen
- zult knopen
- zal knopen
- zullen knopen
- zullen knopen
- zullen knopen
o.v.t.t.
- zou knopen
- zou knopen
- zou knopen
- zouden knopen
- zouden knopen
- zouden knopen
en verder
- ben geknoopt
- bent geknooopt
- is geknoopt
- zijn geknoopt
- zijn geknoopt
- zijn geknoopt
diversen
- knoop!
- knoopt!
- geknoopt
- knopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for knopen:
Related Words for "knopen":
Wiktionary Translations for knopen:
knopen
Cross Translation:
verb
-
een vastzittende lus in een koord, draad of touw maken
- knopen → anudar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• knopen | → anudar | ↔ knot — form into a knot; tie with knot(s) |
• knopen | → atar; ligar; amarrar | ↔ tie — to attach or fasten with string |
• knopen | → anudar | ↔ verknoten — (transitiv) durch einen Knoten verbinden, anbinden |
• knopen | → anudar; ligar; atar | ↔ nouer — lier au moyen d’un nœud, d'un lien. |
knopen form of knop:
-
de knop (schakelaar; schakelknop)
-
de knop (bloemknop)
-
de knop (lichtknop)
-
knop
-
knop
Translation Matrix for knop:
Noun | Related Translations | Other Translations |
botón | bloemknop; knop; schakelaar; schakelknop | deurklink; deurkruk; drukkertje; drukknop; greep; handel; handgreep; handvat; hendel; knopje; kruk; omschakelaar |
botón para encender la luz | knop; lichtknop | |
broche | bloemknop; knop | broche; drukkertje; kram; sierspeld |
clec | bloemknop; knop; schakelaar; schakelknop | drukkertje; drukknoop |
interruptor | knop; lichtknop | knopje; omschakelaar; onderbreker; stroombreker; stroomverbreker |
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
botón | knop | |
botón del mouse | knop |
Related Words for "knop":
Wiktionary Translations for knop:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• knop | → botón; brote; retoño; yema | ↔ bud — newly formed leaf or flower that has not yet unfolded |
• knop | → botón | ↔ button — a mechanical device meant to be pressed with a finger |
• knop | → botón | ↔ button — in computer software, an on-screen control that can be selected |
• knop | → botón; capullo | ↔ button — botany: a bud |
• knop | → gema; yema; capullo | ↔ Knospe — Botanik: ein neuer Trieb, aus dem sich Blätter oder Blüten entwickeln |
• knop | → botón | ↔ bouton — Commande d’un appareil |