Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- verjongen:
-
Wiktionary:
- verjongen → rejuvenecer
- verjongen → rejuvenecer, rejuvenecir
Dutch
Detailed Translations for verjongen from Dutch to Spanish
verjongen:
-
verjongen
Conjugations for verjongen:
o.t.t.
- verjong
- verjongt
- verjongt
- verjongen
- verjongen
- verjongen
o.v.t.
- verjongde
- verjongde
- verjongde
- verjongden
- verjongden
- verjongden
v.t.t.
- ben verjongd
- bent verjongd
- is verjongd
- zijn verjongd
- zijn verjongd
- zijn verjongd
v.v.t.
- was verjongd
- was verjongd
- was verjongd
- waren verjongd
- waren verjongd
- waren verjongd
o.t.t.t.
- zal verjongen
- zult verjongen
- zal verjongen
- zullen verjongen
- zullen verjongen
- zullen verjongen
o.v.t.t.
- zou verjongen
- zou verjongen
- zou verjongen
- zouden verjongen
- zouden verjongen
- zouden verjongen
diversen
- verjong!
- verjongt!
- verjongd
- verjongend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for verjongen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
rejuvenecerse | verjongen | |
remozarse | verjongen |
Wiktionary Translations for verjongen:
verjongen
Cross Translation:
verb
-
jonger maken
- verjongen → rejuvenecer
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verjongen | → rejuvenecer | ↔ rejuvenate — render young again |
• verjongen | → rejuvenecir | ↔ rajeunir — redevenir jeune |