Dutch
Detailed Translations for jat from Dutch to Spanish
jat:
Translation Matrix for jat:
Noun | Related Translations | Other Translations |
mano | hand; jat; klauw; knuist; poot | hand; slag; strijd; veldslag |
Related Words for "jat":
jatten:
-
jatten (wegkapen; grissen; grijpen; snaaien; pikken; graaien)
-
jatten (ontvreemden; stelen; pikken; verdonkeremanen; gappen; wegpikken; inpikken; wegkapen; vervreemden; achteroverdrukken)
-
jatten (stelen; pikken; verdonkeremanen; ontnemen; toeëigenen; snaaien; gappen; kapen; inpikken; roven; ontfutselen; ontvreemden; wegpikken; wegnemen; plunderen; wegkapen; benemen; achteroverdrukken; afnemen; vervreemden; verduisteren; verdonkeren; wegpakken; leegstelen)
-
jatten (stelen; pikken; verduisteren; wegpikken; ontvreemden; verdonkeremanen; vervreemden; inpikken; wegkapen; gappen; achterhouden; achteroverdrukken; wegfutselen)
Conjugations for jatten:
o.t.t.
- jat
- jat
- jat
- jatten
- jatten
- jatten
o.v.t.
- jatte
- jatte
- jatte
- jatten
- jatten
- jatten
v.t.t.
- heb gejat
- hebt gejat
- heeft gejat
- hebben gejat
- hebben gejat
- hebben gejat
v.v.t.
- had gejat
- had gejat
- had gejat
- hadden gejat
- hadden gejat
- hadden gejat
o.t.t.t.
- zal jatten
- zult jatten
- zal jatten
- zullen jatten
- zullen jatten
- zullen jatten
o.v.t.t.
- zou jatten
- zou jatten
- zou jatten
- zouden jatten
- zouden jatten
- zouden jatten
en verder
- is gejat
diversen
- jat!
- jat!
- gejat
- jattend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for jatten:
Related Words for "jatten":
Wiktionary Translations for jatten:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• jatten | → afanar; choricear; birlar; robar | ↔ klauen — (transitiv) umgangssprachlich: etwas entwenden, stehlen |
• jatten | → sisar; ratear | ↔ pilfer — to steal in small quantities |
• jatten | → robar | ↔ steal — to illegally take possession of |
• jatten | → segar | ↔ faucher — couper à la faux ou à la machine. |