Summary


Dutch

Detailed Translations for vestiging from Dutch to Spanish

vestiging:

vestiging [de ~ (v)] noun

  1. de vestiging (het stichten; stichting; oprichting; instelling)
    el establecimiento; la fundación; la erección; la constitución; la creación
  2. de vestiging (kolonie)
    el asentamiento
  3. de vestiging (nederzetting)

Translation Matrix for vestiging:

NounRelated TranslationsOther Translations
asentamiento kolonie; vestiging nederzetting
constitución het stichten; instelling; oprichting; stichting; vestiging aard; constitutie; geaardheid; gemoed; grondlegging; grondwet; inborst; inslag; karakter; lichaamsbouw; mentaliteit; natuur
creación het stichten; instelling; oprichting; stichting; vestiging fabrikaat; kunstwerk; maaksel; meesterwerk; product; scheppingswerk; werk
erección het stichten; instelling; oprichting; stichting; vestiging
establecimiento het stichten; instelling; nederzetting; oprichting; stichting; vestiging bar; café; café-hotel; grondlegging; herberg; knijp; kroeg; lokaliteit; nederzetting; tapperij; taveerne
fundación het stichten; instelling; oprichting; stichting; vestiging financiële middelen; geldmiddelen; grondlegging; kapitaal; stichting

Related Words for "vestiging":

  • vestigingen

Wiktionary Translations for vestiging:


Cross Translation:
FromToVia
vestiging establecimiento establishment — that which is established
vestiging fundación; institución fondation — Action de fonder, de bâtir la base de quelque chose ; commencement de quelque chose de durable.