Noun | Related Translations | Other Translations |
acertijo
|
hersenbreker; probleem; puzzel
|
raadsel
|
aprieto
|
moeilijkheid; narigheid; penarie; probleem
|
gelazer; narigheid; trammelant
|
asunto
|
kwestie; opgaaf; opgave; probleem; vraagstuk; zwaarte
|
aangelegenheid; affaire; ambacht; chapiter; geval; hoofdstuk; issue; kapittel; kwestie; kwesties; métier; onderwerp; problematiek; problemen; punt; stiel; subject; thema; thema van een boek; vak; zaak
|
complicaciones
|
moeilijkheid; narigheid; penarie; probleem
|
geharrewar; gelazer; narigheid; trammelant
|
complicación
|
complicatie; probleem
|
|
cuestión
|
kwestie; opgaaf; opgave; probleem; vraagstuk; zwaarte
|
aangelegenheid; affaire; feit; financiële kwestie; gebeurtenis; geldzaak; geval; incident; interpellatie; kwestie; kwesties; problematiek; problemen; voorval; vraag; zaak
|
dificultad
|
ingewikkeldheid; moeilijkheid; narigheid; penarie; probleem
|
geharrewar; getob; hapering; kink in de kabel; moeizaamheid
|
dificultades
|
moeilijkheid; narigheid; penarie; probleem
|
chagrijn; defecten; ergernis; geharrewar; moeilijkheden; problemen; ramp; rampspoed; sores; zorgen
|
disgustos
|
moeilijkheid; narigheid; penarie; probleem
|
akeligheid; beroerdheid; chagrijn; ellendigheid; ergernis; geharrewar
|
disputa
|
kwestie; probleem; vraagstuk
|
argument; debat; discussie; dispuut; drukte; feit; gebakkelei; gebeurtenis; gedachtenverandering; gedachtewisseling; gehakketak; gekibbel; gekif; gekijf; gekrakeel; geruzie; geschil; gesprek; handgemeen; heisa; incident; krakeel; onenigheid; redestrijd; redetwist; ruzie; schermutseling; twist; twistgesprek; voorval; woordenstrijd; woordenwisseling
|
enigma
|
hersenbreker; probleem; puzzel
|
raadsel
|
lío
|
complicatie; probleem
|
affaire; bos; bundel; drukte; gedoe; geharrewar; heisa; intrige; krakeel; liaison; liefdesrelatie; omhaal; plot; relatie; rottigheid; scharrelpartijtje; toestand; verhouding; verwikkeling; vrijage
|
líos
|
moeilijkheid; narigheid; penarie; probleem
|
chagrijn; ergernis; geharrewar; moeilijkheden; problemen; ramp; rampspoed; rottigheid; sores; zorgen
|
malhumor
|
moeilijkheid; narigheid; penarie; probleem
|
chagerijnigheid; chagrijn; chagrijnigheid; ergernis; sjacherijn
|
materia de discusión
|
kwestie; probleem; vraagstuk
|
feit; gebeurtenis; geschil; incident; issue; kwestie; punt; ruzie; twist; verschilpunt; voorval
|
miseria
|
moeilijkheid; narigheid; penarie; probleem
|
armoede; armzaligheid; barheid; behoeftigheid; catastrofe; chagrijn; droefenis; ellende; ergernis; gebrek; gelazer; gemekker; gezanik; gezeur; hulpbehoevendheid; karigheid; kommer; kwel; leed; misère; moeilijkheden; narigheid; nood; noodwendigheid; pijn; poverheid; problemen; ramp; schamelheid; schraalheid; sores; tegenslagen; trammelant; treurigheid; treurnis; verdriet; zorgen
|
objeto de discusión
|
kwestie; probleem; vraagstuk
|
casus; feit; gebeurtenis; geval; incident; issue; kwestie; punt; voorval
|
obstáculo
|
moeilijkheid; narigheid; penarie; probleem
|
afsluiting; barricade; belemmering; beletsel; hindernis; hinderpaal; klip; obstakel; obstructie; struikelblok; verhindering; versperring
|
pena
|
moeilijkheid; narigheid; penarie; probleem
|
bedroefdheid; chagrijn; deernis; droefenis; droefheid; ergernis; hulpbehoevendheid; kruis; kwel; leed; nood; ongeluk; pijn; radeloosheid; rouw; smart; strafmiddel; strafmiddelen; treurigheid; treurnis; verdriet; vertwijfeling; wanhoop
|
problema
|
complicatie; ingewikkeldheid; kwestie; moeilijkheid; narigheid; opgaaf; opgave; penarie; probleem; vraagstuk; zwaarte
|
gelazer; getob; kwesties; narigheid; problematiek; problemen; trammelant
|
problemas
|
moeilijkheid; narigheid; penarie; probleem
|
allegaartje; chagrijn; defecten; ellende; ergernis; fouten; gebreken; gedonderjaag; geharrewar; gelazer; gemekker; geravot; gestoei; getob; gezanik; gezeur; kommer; kwel; mankementen; mengelmoes; misère; moeilijkheden; narigheden; narigheid; ongemakken; ongerieven; perikelen; problemen; samenraapsel; sores; stoeierij; stoeipartij; tobben; trammelant; zorgen
|
puzzle
|
hersenbreker; probleem; puzzel
|
legpuzzel; raadsel
|
rompecabezas
|
hersenbreker; probleem; puzzel
|
legpuzzel; raadsel
|
tópico
|
kwestie; probleem; vraagstuk
|
casus; cliché; dooddoener; feit; gebeurtenis; gemeenplaats; geval; incident; issue; kwestie; kwesties; problematiek; problemen; punt; stereotiep beeld; stereotype; voorval
|
-
|
kwestie; moeilijkheid
|
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
tópico
|
|
cliché
|