Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. vraatzuchtigheid:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vraatzuchtigheid from Dutch to Spanish

vraatzuchtigheid:

vraatzuchtigheid [znw.] noun

  1. vraatzuchtigheid (gulzigheid; begerigheid; schrokachtigheid; gretigheid)
    la voracidad; la glotonería; la tragonería

Translation Matrix for vraatzuchtigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
glotonería begerigheid; gretigheid; gulzigheid; schrokachtigheid; vraatzuchtigheid gulzigheid; vraatzucht
tragonería begerigheid; gretigheid; gulzigheid; schrokachtigheid; vraatzuchtigheid
voracidad begerigheid; gretigheid; gulzigheid; schrokachtigheid; vraatzuchtigheid gulzigheid; vraatzucht

Wiktionary Translations for vraatzuchtigheid:

vraatzuchtigheid
noun
  1. het vraatzuchtig zijn