Home ->Dictionaries ->Dutch/Spanish ->Search: tuit

Dutch and Spanish Translation Search Results for tuit

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

tuit:
- pico
tuiten:
- fruncir; zumbar
- emboquillados; picos; boquillas
Wiktionary:
- tuit → pico, mohín
- tuiten → zumbar, ronronear, canturrear

Dutch

Detailed Translations for tuit from Dutch to Spanish

tuit:

tuit [de ~] noun

de tuit
el pico
- pico [el ~] noun

Translation Matrix for tuit:

Noun	Related Translations	Other Translations
pico	tuit	bek; bergspits; bergtop; brutaal zijn; centrumspits; grote mond hebben; hoogst haalbare; hoogtepunt; mond; muil; piek; smoel; smoelwerk; snavel; snebben; spits; summum; tater; top; toppunt; vogelbek; waffel

Related Words for "tuit":

tuitten, tuiten, tuitje

Wiktionary Translations for tuit:

Cross Translation:

From	To	Via
• tuit	→ pico	↔ Schnabel — Zoologie: das Mundwerkzeug bestimmter Tiere
• tuit	→ mohín	↔ pout — facial expression

tuiten:

tuiten verb (tuit, tuitte, tuitten, getuit)

tuiten
fruncir; zumbar
- fruncir verb
- zumbar verb

Conjugations for tuiten:

o.t.t.

tuit
tuit
tuit
tuiten
tuiten
tuiten

o.v.t.

tuitte
tuitte
tuitte
tuitten
tuitten
tuitten

v.t.t.

heb getuit
hebt getuit
heeft getuit
hebben getuit
hebben getuit
hebben getuit

v.v.t.

had getuit
had getuit
had getuit
hadden getuit
hadden getuit
hadden getuit

o.t.t.t.

zal tuiten
zult tuiten
zal tuiten
zullen tuiten
zullen tuiten
zullen tuiten

o.v.t.t.

zou tuiten
zou tuiten
zou tuiten
zouden tuiten
zouden tuiten
zouden tuiten

en verder

ben getuit
bent getuit
is getuit
zijn getuit
zijn getuit
zijn getuit

diversen

tuit!
tuitt!
getuit
tuitend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

tuiten [de ~] noun, plural

de tuiten (schenktuiten)
el emboquillados; el picos; la boquillas
- emboquillados [el ~] noun
- picos [el ~] noun
- boquillas [la ~] noun

Translation Matrix for tuiten:

Noun	Related Translations	Other Translations
boquillas	schenktuiten; tuiten	mondstukken van tabakspijpen
emboquillados	schenktuiten; tuiten	embouchures; mondstukken
picos	schenktuiten; tuiten	bekken; klepels; muilen; snavels; vogelbekken
zumbar		bijengegons; bijengezoem
Verb	Related Translations	Other Translations
fruncir	tuiten	fronsen; kreukelen; kreuken; verfrommelen; verkreukelen
zumbar	tuiten	brommen; dreinen; drenzen; dwingend huilen; gonzen; jengelen; op vuur pruttelen; pruttelen; ruisen; sakkeren; smoren; stoffen; sudderen; suizelen; suizen; zoemen; zoeven

Related Words for "tuiten":

tuit

Wiktionary Translations for tuiten:

Cross Translation:

From	To	Via
• tuiten	→ zumbar; ronronear; canturrear	↔ bourdonner — À trier
• tuiten	→ ronronear; zumbar; canturrear	↔ ronronner — faire entendre les ronrons, émettre un ronflement sourd et continu, en parlant d'un chat ou d'un félin, qui exprime en général son contentement.