Adjective | Related Translations | Other Translations |
abierto
|
ontvankelijk; openstaand; vatbaar
|
aangebroken; attent; benaderbaar; cru; frank; galant; genaakbaar; geopend; hoffelijk; met open vizier; niet dicht; onbevangen; onbewimpeld; onomwonden; ontsloten; onverbloemd; onverholen; open; openbaar; opengelegd; opengemaakt; opengesprongen; opengesteld; openhartig; openlijk; oprecht; publiek; rechttoe; rechttoe rechtaan; ridderlijk; rondborstig; ronduit; toegankelijk; volmondig; voorkomend; vrij; vrijelijk; vrijuit
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
admisible
|
ontvankelijk; openstaand; vatbaar
|
aangenomen; aannemelijk; aanvaard; acceptabel; accoord; geaccepteerd; geloofwaardig; geoorloofd; gepermitteerd; goedgekeurd; plausibel; toegelaten; toegestaan; veroorloofd; waarschijnlijk
|
propenso
|
gevoelig; teergevoelig; vatbaar
|
bereid; genegen
|
receptivo
|
ontvankelijk; openstaand; vatbaar
|
receptief
|
sensible
|
gevoelig; teergevoelig; vatbaar
|
aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; breekbaar; broos; fijngevoelig; fijnzinnig; fragiel; gammel; gevoelig; hypergevoelig; krakkemikkig; kwetsbaar; overgevoelig; sensitief; substantieel; teer; teerbesnaard; teergevoelig; teerhartig; wankel; weekhartig; zwak
|
sensible a
|
ontvankelijk; openstaand; vatbaar
|
|
susceptible
|
gevoelig; ontvankelijk; openstaand; teergevoelig; vatbaar
|
aangebrand; gevoelig; humeurig; hypergevoelig; korzelig; kregel; lichtgeraakt; overgevoelig; prikkelbaar; sensitief
|