Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. zuil:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for zuil from Dutch to Spanish

zuil:

zuil [de ~] noun

  1. de zuil (steunpaal)
    el pilar; la viga de apoyo; la columna
  2. de zuil (volksgroepering)
    el grupo; el parte de la nación

Translation Matrix for zuil:

NounRelated TranslationsOther Translations
columna steunpaal; zuil colonne; file; kolom; kolom tekst op een pagina; paginagedeelte; pilaar; rij
grupo volksgroepering; zuil aantal personen bijeen; accumulatie; allegaartje; ambachtsgilde; bende; bond; club; cluster; distributiegroep; distributielijst; drom; factie; gezelschap; gilde; groep; groep van twee of meer; groepering; hoop; horde; koppel; kudde; massa; mengelmoes; meute; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; opstapeling; orde; organisatie; pool; puinhoop; puinzooi; rommel; rotzooi; samenraapsel; samenscholing; schaar; schare; selectie; societiet; sociëteit; soos; sortering; span; stapel; stel; troep; unie; vakgenootschap; vereniging; verzameling; zooi; zootje
parte de la nación volksgroepering; zuil
pilar steunpaal; zuil pijler; pilaar
viga de apoyo steunpaal; zuil
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
columna kolom

Related Words for "zuil":

  • zuilen, zuiltje, zuiltjes

Wiktionary Translations for zuil:


Cross Translation:
FromToVia
zuil columna SäuleArchitektur: senkrechte, zumeist runde Stütze bei größeren Bauwerken
zuil pilar pillar — large post, often used as supporting architecture
zuil pilar; columna pilier — (architecture) maçonnerie|fr ouvrage de maçonnerie en forme de grosse colonne ronde, carrée, etc., qui sert à soutenir un édifice ou quelque partie d’un édifice.