Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. zweep:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for zwepen from Dutch to Spanish

zweep:

zweep [de ~] noun

  1. de zweep
    el azote; el flagelo

Translation Matrix for zweep:

NounRelated TranslationsOther Translations
azote zweep beproeving; bezoeking; epidemie; ergernis; gesel; grief; kwelling; nood; pest; plaag; temptatie; tuchtroede
flagelo zweep epidemie; pest; plaag

Related Words for "zweep":

  • zwepen

Wiktionary Translations for zweep:

zweep
noun
  1. een handwapen in de vorm van een lang ineengedraaid stuk leer dat met een zwiepende beweging pijnlijke slagen uit kan delen

Cross Translation:
FromToVia
zweep plaga GeißelPeitsche, Stab mit Riemen oder Schnüren zur Züchtigung
zweep látigo Peitsche — längerer biegsamer Stock, an dessen einem Ende eine Schnur oder ein Lederriemen befestigt ist und der insbesondere dazu verwendet wird, Zugtiere anzutreiben, früher aber auch als Instrument zur Züchtigung diente
zweep fusta; látigo whip — rod or rope
zweep látigo; azote fouet — Corde à frapper


Wiktionary Translations for zwepen:


Cross Translation:
FromToVia
zwepen espolear; instigar inciterpousser, déterminer à faire quelque chose.
zwepen estimular stimuleraiguillonner ; exciter.