Dutch

Detailed Translations for wegen from Dutch to Spanish

wegen:

wegen [de ~] noun, plural

  1. de wegen (rijwegen)
    la calzada

wegen verb (weeg, weegt, woog, wogen, gewogen)

  1. wegen
    – nagaan hoe zwaar het/hij is 1
    pesar

Conjugations for wegen:

o.t.t.
  1. weeg
  2. weegt
  3. weegt
  4. wegen
  5. wegen
  6. wegen
o.v.t.
  1. woog
  2. woog
  3. woog
  4. wogen
  5. wogen
  6. wogen
v.t.t.
  1. heb gewogen
  2. hebt gewogen
  3. heeft gewogen
  4. hebben gewogen
  5. hebben gewogen
  6. hebben gewogen
v.v.t.
  1. had gewogen
  2. had gewogen
  3. had gewogen
  4. hadden gewogen
  5. hadden gewogen
  6. hadden gewogen
o.t.t.t.
  1. zal wegen
  2. zult wegen
  3. zal wegen
  4. zullen wegen
  5. zullen wegen
  6. zullen wegen
o.v.t.t.
  1. zou wegen
  2. zou wegen
  3. zou wegen
  4. zouden wegen
  5. zouden wegen
  6. zouden wegen
diversen
  1. weeg!
  2. weegt!
  3. gewogen
  4. wegend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for wegen:

NounRelated TranslationsOther Translations
calzada rijwegen; wegen afstand; baan; baanvak; buitenweg; dreef; etappe; landweg; paadje; pad; rijbaan; rijvlak; ronde; route; straat; straatweg; tournee; traject; trekpad; voetspoor; weg
pesar chagrijn; droefenis; ergernis; kruis; kwel; leed; ongeluk; pijn; rouw; smart; verdriet
VerbRelated TranslationsOther Translations
pesar wegen afwegen; uitwegen

Related Words for "wegen":


Related Definitions for "wegen":

  1. dat gewicht hebben1
    • deze zak weegt 10 kilo1
  2. nagaan hoe zwaar het/hij is1
    • hij weegt zich elke dag1

Wiktionary Translations for wegen:

wegen
verb
  1. het gewicht/de massa bepalen

Cross Translation:
FromToVia
wegen pesar weigh — to determine the weight of an object
wegen pesar; ponderar weight — in mathematics
wegen pesar; pesarse wiegen — (transitiv) das Gewicht von jemandem oder etwas messen
wegen pesar; pesarse wiegen — (intransitiv) ein bestimmtes Gewicht besitzen

wegen form of weg:

weg adv

  1. weg (ksst; vort; heen)
  2. weg (vanaf deze plaats; uit)
  3. weg (ertussenuit; er op uit)
    fuera
  4. weg (verdwenen; foetsie)
    – wat je niet meer kunt vinden 1
  5. weg (vermist; verloren; zoek; kwijt)
    – wat je niet meer kunt vinden 1

weg [de ~ (m)] noun

  1. de weg (straatweg; straat; baan)
    – strook grond die geschikt is voor verkeer 1
    el vía; la carretera; la calzada; la pista; el carril; la órbita
  2. de weg (traject; route; afstand; )
    – route die je moet volgen om er te komen 1
    el trayecto; el barrio; el paso; la trayectoria; la calzada; la ronda; el turno; el barrote; la carretera

Translation Matrix for weg:

NounRelated TranslationsOther Translations
barrio afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; tournee; traject; weg buitenwijk; buurt; centrum; district; handelswijk; nabijheid; plein; sectie; stadsdeel; stadskwartier; stadswijk; vliegreis; vliegtocht; vlucht; wijk; woonwijk
barrote afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; tournee; traject; weg spijl; stijl; stijl van een bed; tralie
calzada afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; straat; straatweg; tournee; traject; weg buitenweg; dreef; landweg; paadje; pad; rijbaan; rijvlak; rijwegen; trekpad; voetspoor; wegen
carretera afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; straat; straatweg; tournee; traject; weg autoweg; buitenweg; dreef; landweg; paadje; pad; pokerterm voor straat; snelweg; straat; trekpad; verkeersweg
carril baan; straat; straatweg; weg karrenspoor; rijbaan; rijvlak
fuera buitenom
paso afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; tournee; traject; weg bergpas; buitenweg; deur; doorgang; doorloop; doorreis; doortocht; doorvaart; draf; dreef; gang; gang van een paard; gangpad; geul; landweg; paadje; pad; pas; pasje; passage; portiek; schrede; stap; tekenbreedte; toelating; tred; trekpad; vaargeul; voetstap
pista baan; straat; straatweg; weg nummer; piste; pokerterm voor straat; renbaan; straat; wielerbaan
ronda afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; tournee; traject; weg cirkel; kring; omgang; ronde; rondje; tournee
trayecto afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; tournee; traject; weg etappe; parcoursetappe; ronde; tochtje; toertje; tournee; trip; uitje; uitstapje
trayectoria afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; tournee; traject; weg
turno afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; tournee; traject; weg beurt; cirkel; kring; ronde; rondje; spelletje; tournee
vía baan; straat; straatweg; weg aanwijzing; baan; gedeelte van de weg; rails; rangeerspoor; rijbaan; rijstrook; rijvlak; rijweg; spoor; spoorbaan; spoorweg; verkeersstrook
órbita baan; straat; straatweg; weg loopbaan; omloopbaan; oogholte; oogkas; weg van hemellichaam
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
- absent; kwijt
ModifierRelated TranslationsOther Translations
desaparecido foetsie; kwijt; verdwenen; verloren; vermist; weg; zoek kwijt; spoorloos; verdwaald; verloren
desde aquí uit; vanaf deze plaats; weg
esfumado foetsie; verdwenen; weg vervaagd; weggezakt in het geheugen
fuera er op uit; ertussenuit; weg behalve dat; bovendien; buiten; daarbij; daarenboven; er uit; eraf; in de natuur; op het land; te velde; zonder
fuera de aquí heen; ksst; vort; weg

Related Words for "weg":

  • weggen, wegen, wegs, wegje, wegjes

Synonyms for "weg":


Antonyms for "weg":


Related Definitions for "weg":

  1. niet (meer) aanwezig1
    • de les is afgelopen en de leraar is al weg1
  2. wat je niet meer kunt vinden1
    • ik heb overal gezocht maar mijn pen is weg1
  3. er verrukt van zijn, het prachtig vinden1
    • ik ben weg van die gebloemde gordijnen1
  4. route die je moet volgen om er te komen1
    • weet u de weg naar Zaandam?1
  5. strook grond die geschikt is voor verkeer1
    • die weg loopt van Amsterdam naar Amstelveen1

Wiktionary Translations for weg:

weg
noun
  1. een smalle strook grond voor het verkeer

Cross Translation:
FromToVia
weg ausente absent — being away from a place
weg avenida avenue — broad street
weg afuera out — away from expected or default place
weg lejos out — at a distance
weg camino; calle; ruta road — a way for travel
weg camino; vía way — wide path
weg camino Weg — einfache, oft geringer befestigen aber auch unbefestigte, als allgemeiner Weg nicht klassifizierte Verkehrslinie zum Begehen oder Befahren
weg camino; vía chemin — Zone sur laquelle on circule
weg lejos loin — Se trouvant à une grande distance (sens général)
weg remedio; medio; recurso; medicamento; medicina remède — médecine|fr substance qui sert à guérir un mal ou une maladie.
weg víveres; medio; recurso ressource — Traductions à trier suivant le sens
weg carretera; pista; calzada; arroyo; camino; vía; ruta routeTraductions à trier suivant le sens.

Related Translations for wegen