Dutch

Detailed Translations for intensiteit from Dutch to Spanish

intensiteit:

intensiteit [de ~ (v)] noun

  1. de intensiteit (hevigheid; kracht; heftigheid; felheid)
    el fuego; la fuerza; la violencia; el brío; el fervor; la intensidad; la aspereza; la profundidad; el ardor; la vehemencia; la acritud; el arrebato; el ímpetu; la impetuosidad; la brusquedad; la causticidad
  2. de intensiteit
    la saturación

Translation Matrix for intensiteit:

NounRelated TranslationsOther Translations
acritud felheid; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kracht bitsheid; bitsigheid; geslepenheid; gewiekstheid; kattigheid; pinnigheid; puntig zijn; puntigheid; scherpheid; scherpte; spitsheid; vinnigheid
ardor felheid; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kracht aandrift; begeren; bruine rot; daadkracht; drift; driftstroom; elan; energie; esprit; fut; gloed; gloeiing; hartstocht; hitte; houtrot; ijver; ijverigheid; instinct; kracht; lust; momentum; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; passie; pit; puf; seksuele begeerte; smachten; verlangen; vlam; vlijt; vlijtigheid; voortgedreven vee; vuur; warmte; wensen; werklust; werkzaamheid; ziel; zucht
arrebato felheid; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kracht aanval; bevlieging; drift; driftstroom; gevoel; instinct; intuïtie; ontlading; opwelling; plotselinge uitbarsting; vlaag; voortgedreven vee
aspereza felheid; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kracht barsheid; bitsheid; bitsigheid; grofheid; kattigheid; puntig zijn; puntigheid; ruigheid; ruw van makelij; scherpheid; scherpte; snibbigheid; spitsheid; vinnigheid
brusquedad felheid; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kracht barsheid; bitsheid; bitsigheid; bruskheid; bruuskheid; kattigheid; vinnigheid
brío felheid; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kracht elan; gloed; pit; vlam; vuur
causticidad felheid; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kracht bitsigheid
fervor felheid; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kracht aandrift; bruine rot; daadkracht; drift; energie; enthousiasme; esprit; fut; gedrevenheid; genoegen; genot; houtrot; instinct; kracht; lust; momentum; puf; seksuele begeerte; voortgedreven vee; wellust; werklust
fuego felheid; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kracht brand; drift; fik; genoegen; genot; haardvuur; hartstocht; lust; passie; vuur; vuurtje; wellust
fuerza felheid; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kracht aandrift; aandrijving; capaciteit; daadkracht; dapperheid; doortastendheid; dynamiek; energie; esprit; fermheid; flinkheid; forsheid; fut; gehardheid; gestaaldheid; geweld; koenheid; kracht; krachtdadigheid; kranigheid; macht; moed; momentum; onversaagdheid; puf; sterkte; stevigheid; stoerheid; stootband; stuwkracht; vermogen; voortstuwing; voortvarendheid; werklust
impetuosidad felheid; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kracht driftigheid; heftigheid; onstuimigheid; turbulentie; woeligheid
intensidad felheid; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kracht felheid; gedrevenheid; ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid
profundidad felheid; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kracht degelijkheid; diepte; gedegenheid; grondigheid
saturación intensiteit verzadiging
vehemencia felheid; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kracht driftigheid; heftigheid
violencia felheid; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kracht agressiviteit; geweld; gewelddaad; gewelddadigheid; geweldpleging; onbeheerstheid; onbesuisdheid
ímpetu felheid; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kracht elan; felheid; gedrevenheid; gloed; ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; onbeheerstheid; onbesuisdheid; overmoed; pit; roekeloosheid; vermetelheid; vlam; vlijt; vlijtigheid; vuur; waaghalzerij; werklust; werkzaamheid
ModifierRelated TranslationsOther Translations
arrebato impulsief; in een opwelling
fuerza dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig

Related Words for "intensiteit":

  • intensiteiten

Wiktionary Translations for intensiteit:

intensiteit
noun
  1. sterkte