Dutch
Detailed Translations for beramen from Dutch to Spanish
beramen:
Conjugations for beramen:
o.t.t.
- beraam
- beraamt
- beraamt
- beramen
- beramen
- beramen
o.v.t.
- beraamde
- beraamde
- beraamde
- beraamden
- beraamden
- beraamden
v.t.t.
- heb beraamd
- hebt beraamd
- heeft beraamd
- hebben beraamd
- hebben beraamd
- hebben beraamd
v.v.t.
- had beraamd
- had beraamd
- had beraamd
- hadden beraamd
- hadden beraamd
- hadden beraamd
o.t.t.t.
- zal beramen
- zult beramen
- zal beramen
- zullen beramen
- zullen beramen
- zullen beramen
o.v.t.t.
- zou beramen
- zou beramen
- zou beramen
- zouden beramen
- zouden beramen
- zouden beramen
diversen
- beraam!
- beraamt!
- beraamd
- beramend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for beramen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
valorar | waarderen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
estimar | beramen; ramen; schatten; taxeren | adviseren; afwegen; appreciëren; begroten; bepalen; berekenen; gissen; gissing maken; iets aanraden; ingeven; inschatten; op prijs stellen; overdenken; overwegen; prijzen; raden; ramen; schatten; suggereren; van een prijs voorzien; waarderen |
evaluar | beramen; ramen; schatten; taxeren | aanslaan; taxeren |
inventar un plan | bedenken; beramen; plan beramen; verzinnen; zinnen | |
tasar | beramen; ramen; schatten; taxeren | afwegen; bepalen; inschatten; schatten |
tramar | bedenken; beramen; plan beramen; verzinnen; zinnen | bebroeden; broeden; uitbroeden; warmhouden; zinnen op |
urdir | bedenken; beramen; plan beramen; verzinnen; zinnen | zinnen op |
valorar | beramen; ramen; schatten; taxeren | aanslaan; afwegen; bepalen; inschatten; prijzen; schatten; taxeren; van een prijs voorzien; zich doen gelden |