Dutch
Detailed Translations for doorzakken from Dutch to Spanish
doorzakken:
-
doorzakken (doorbuigen)
Conjugations for doorzakken:
o.t.t.
- zak door
- zakt door
- zakt door
- zakken door
- zakken door
- zakken door
o.v.t.
- zakte door
- zakte door
- zakte door
- zakten door
- zakten door
- zakten door
v.t.t.
- ben doorgezakt
- bent doorgezakt
- is doorgezakt
- zijn doorgezakt
- zijn doorgezakt
- zijn doorgezakt
v.v.t.
- was doorgezakt
- was doorgezakt
- was doorgezakt
- waren doorgezakt
- waren doorgezakt
- waren doorgezakt
o.t.t.t.
- zal doorzakken
- zult doorzakken
- zal doorzakken
- zullen doorzakken
- zullen doorzakken
- zullen doorzakken
o.v.t.t.
- zou doorzakken
- zou doorzakken
- zou doorzakken
- zouden doorzakken
- zouden doorzakken
- zouden doorzakken
diversen
- zak door!
- zakt door!
- doorgezakt
- doorzakkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for doorzakken:
Noun | Related Translations | Other Translations |
hundirse | inzakken; kelderen; sterk in waarde dalen; terugvallen; wegzakken | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
aflojarse | doorbuigen; doorzakken | aan kracht inboeten; uitputten; verslappen; verzwakken; zwak worden; zwakker worden |
doblarse | doorbuigen; doorzakken | buigen; krom buigen; krommen; ombuigen; omknikken; reproduceren; verbuigen; verdubbelen; vermenigvuldigen; welven |
hundirse | doorbuigen; doorzakken | afknappen; afkoelen; bekoelen; doorleven; doorstaan; er vanaf breken; gaan hangen; ineenzakken; ineenzijgen; inzakken; kelderen; koel worden; luwen; naar de vijand overlopen; omlaagstorten; sterk afnemen; teruglopen; tot bedaren komen; uitwoeden; uitzakken; vallen; verdragen; verduren; verflauwen; vergaan; verkommeren; verteren; vervallen; verzakken; wegsterven; wegzakken; zakken; zakken in; zich storten |
Wiktionary Translations for doorzakken:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• doorzakken | → ahondar | ↔ sag — sink |