Noun | Related Translations | Other Translations |
amenidad
|
aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; bekoorlijkheid; bekoring; betovering; fascinatie
|
bekoorlijkheid; bevalligheid; genade; goedertierenheid; gratie; lieflijkheid; lieftalligheid; verlevendiging; zachtaardigheid
|
atracción
|
aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; bekoorlijkheid; bekoring; betovering; fascinatie
|
aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; aantrekking; aantrekkingskracht; attractie; bekijks; bekoorlijkheid; bekoring; charme; gratie; magnetisatie; magnetisme; trekpleister; verleidelijkheid
|
donaire
|
aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; bekoorlijkheid; bekoring; betovering; fascinatie
|
innemendheid
|
encantamiento
|
aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; bekoorlijkheid; bekoring; betovering; fascinatie
|
ban; betoverende invloed
|
encanto
|
aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; bekoorlijkheid; bekoring; betovering; fascinatie
|
aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; aantrekkingskracht; bekoorlijkheid; bekoring; bevalligheid; charme; genade; goedertierenheid; gratie; innemendheid; lieveling; lieverd; schatje; snoepje; snoes; verleidelijkheid; verrukkelijkheid
|
entusiasmo
|
animo; belangstelling; fascinatie; geboeidheid; interesse; zin
|
aandrift; betovering; bevlogenheid; bezieling; daadkracht; elan; energie; enthousiasme; esprit; extase; fut; gedrevenheid; geestdrift; geestvervoering; gloed; ijver; ijverigheid; kracht; krachtdadigheid; momentum; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; opgetogenheid; pit; puf; trance; uitbundigheid; uitgelatenheid; verrukking; vervoering; vlam; vlijt; vlijtigheid; voortvarendheid; vuur; werklust; werkzaamheid
|
fascinación
|
aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; animo; bekoorlijkheid; bekoring; belangstelling; betovering; fascinatie; geboeidheid; interesse; zin
|
aantrekking; betovering; extase; geestvervoering; trance; verrukking; vervoering
|
garbo
|
aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; bekoorlijkheid; bekoring; betovering; fascinatie
|
aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; aantrekkingskracht; bekoorlijkheid; bekoring; charme; drift; elan; gloed; goedgunstigheid; gratie; hartstocht; passie; pit; vlam; vuur; welwillendheid
|
gracia
|
aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; bekoorlijkheid; bekoring; betovering; fascinatie
|
aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; aantrekkingskracht; aardigheid; begenadiging; bekoorlijkheid; bekoring; bevalligheid; cadeautje; charme; elegantie; gein; genade; goedertierenheid; gratie; innemendheid; jolijt; keet; kwijtschelding; leut; lol; pardon; plezier; pret; weldaad
|
interés
|
animo; belangstelling; fascinatie; geboeidheid; interesse; zin
|
aandacht; aandrift; aangaan; belang; belangstelling; betreffen; daadkracht; energie; esprit; fut; gewichtigheid; interesse; kracht; momentum; nut; nuttigheid; puf; rente; waarde; werklust
|
magia
|
aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; bekoorlijkheid; bekoring; betovering; fascinatie
|
goochelarij; goochelkunst; heksenwerk; hekserij; magie; tovenarij; toverij; toverkracht; toverkunst; zwarte magie
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
encanto
|
|
lieflijk
|