Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. duplicaat:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for duplicaat from Dutch to Spanish

duplicaat:

duplicaat [het ~] noun

  1. het duplicaat (kopie)
    la copia; el duplicado; la imitación

Translation Matrix for duplicaat:

NounRelated TranslationsOther Translations
copia duplicaat; kopie afdruk; copie; drom; falsificatie; horde; iemand nadoen; imitatie; kudde; massa; nabootsing; namaak; navolging; nep; overdruk; print; schaar; schare; troep; vervalsing
duplicado duplicaat; kopie afschrift; fotokopie; kopie; transcriptie
imitación duplicaat; kopie falsificatie; iemand nadoen; imitatie; nabootsing; namaak; navolging; nep; uitbeelding; verkleding; vermomming; verpersonificatie; vertolking; vervalsing
- kopie
ModifierRelated TranslationsOther Translations
imitación namaak; navolging

Related Words for "duplicaat":

  • duplicaten

Synonyms for "duplicaat":


Related Definitions for "duplicaat":

  1. tweede exemplaar van iets1
    • heb je nog een duplicaat van die brief?1

Wiktionary Translations for duplicaat:

duplicaat
noun
  1. een identiek tweede exemplaar van iets