Noun | Related Translations | Other Translations |
gandul
|
luiaard; luilak; luiwammes
|
klooier
|
gandula
|
luiaard; luilak; luiwammes
|
|
holgazana
|
luiaard; luilak; luiwammes
|
|
holgazán
|
luiaard; luilak; luiwammes
|
draler; flierefluiter; klooier; lanterfant; lanterfanter; lapzwans; leegloper; slampamper
|
perezosa
|
luiaard; luilak; luiwammes
|
flierefluiter; lanterfant; lanterfanter; lapzwans; leegloper; slampamper
|
perezoso
|
luiaard; luilak; luiwammes
|
flierefluiter; lanterfant; lanterfanter; lapzwans; leegloper; slampamper
|
remolón
|
luiaard; luilak; luiwammes
|
draler; druil; hannes; keutelaar; sijsjeslijmer; slak; slome; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous; zoutzak
|
vago
|
luiaard; luilak; luiwammes
|
arbeidsschuw; flierefluiter; klooier; lanterfant; lanterfanter; lapzwans; leegloper; slampamper
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
gandul
|
|
lui; traag; werkschuw
|
perezoso
|
|
dwaas; eigenaardig; futloos; gek; gemakzuchtig; lamlendig; lijzig; log; loom; lui; lusteloos; maf; mal; mat; slap; traag; typisch; vreemd; werkschuw
|
remolón
|
|
aarzelend; besluitloos; dralend; langzaam; leuterig; slepend; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; weifelend
|
vago
|
|
beneveld; bleek; dreigend; duister; eng; flauw; flets; heiig; huiveringwekkend; louche; luguber; lui; mistig; nevelachtig; nevelig; niet doorzichtig; niet duidelijk; niet helder; niet zeker; niets doend; onbepaald; onbestemd; onbetrouwbaar; ondoorzichtig; onduidelijk; ongewis; onguur; onheilspellend; onhelder; onklaar; onoverzichtelijk; onvast; schemerig; schimmig; sinister; troebel; vaag; vagelijk; verdacht; verschoten; wazig; wollig
|