Dutch

Detailed Translations for opsieren from Dutch to Spanish

opsieren:

opsieren verb (sier op, siert op, sierde op, sierden op, opgesierd)

  1. opsieren (verfraaien; opsmukken; zich mooi maken; )
  2. opsieren (zich mooi maken; opsmukken; tooien; zich opsmukken)

Conjugations for opsieren:

o.t.t.
  1. sier op
  2. siert op
  3. siert op
  4. sieren op
  5. sieren op
  6. sieren op
o.v.t.
  1. sierde op
  2. sierde op
  3. sierde op
  4. sierden op
  5. sierden op
  6. sierden op
v.t.t.
  1. heb opgesierd
  2. hebt opgesierd
  3. heeft opgesierd
  4. hebben opgesierd
  5. hebben opgesierd
  6. hebben opgesierd
v.v.t.
  1. had opgesierd
  2. had opgesierd
  3. had opgesierd
  4. hadden opgesierd
  5. hadden opgesierd
  6. hadden opgesierd
o.t.t.t.
  1. zal opsieren
  2. zult opsieren
  3. zal opsieren
  4. zullen opsieren
  5. zullen opsieren
  6. zullen opsieren
o.v.t.t.
  1. zou opsieren
  2. zou opsieren
  3. zou opsieren
  4. zouden opsieren
  5. zouden opsieren
  6. zouden opsieren
en verder
  1. ben opgesierd
  2. bent opgesierd
  3. is opgesierd
  4. zijn opgesierd
  5. zijn opgesierd
  6. zijn opgesierd
diversen
  1. sier op!
  2. siert op!
  3. opgesierd
  4. opsierend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

opsieren [znw.] noun

  1. opsieren (versieringen aanbrengen; decoreren; versieren; opsmukken)
    el adorno; el embellecimiento
  2. opsieren (opschikken)
    el adornar; el ataviar
  3. opsieren (zich mooi maken; opsmukken)
    el pintarse; el embellecerse

Translation Matrix for opsieren:

NounRelated TranslationsOther Translations
adornar opschikken; opsieren opluisteren; optuigen; tooien; versieren
adorno decoreren; opsieren; opsmukken; versieren; versieringen aanbrengen benodigde; corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; glans; kwik; kwikzilver; luister; monstering; opluistering; opschik; opsiering; opsmuk; ornament; ornamentiek; outfit; outillage; praal; pracht; pronk; sieraad; sierstuk; sierwerk; smuk; toneeldecoratie; tooi; uitdossing; uitmonstering; uitrusting; uitzet; verfraaiing; versiering; versiersel
ataviar opschikken; opsieren
embellecerse opsieren; opsmukken; zich mooi maken
embellecimiento decoreren; opsieren; opsmukken; versieren; versieringen aanbrengen
engalanar opluisteren; optuigen; tooien; versieren
pintarse opsieren; opsmukken; zich mooi maken
VerbRelated TranslationsOther Translations
acicalar opsieren; opsmukken; tooien; zich mooi maken; zich opsmukken optooien; zich uitdossen; zich uitmonsteren
adornar opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; tooien; verfraaien; verluchten; zich mooi maken afwerken; decoreren; een onderscheidingsteken geven; garneren; gladmaken; gladwrijven; onderscheiden; opdirken; opdoffen; opmaken; opsmukken; optooien; optutten; ridderen; schotels garneren; uitdossen; versieren; zich uitdossen; zich uitmonsteren
aliñar opsieren; opsmukken; tooien; zich mooi maken; zich opsmukken optooien; zich uitdossen; zich uitmonsteren
ataviar opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; tooien; verfraaien; verluchten; zich mooi maken; zich opsmukken optooien; zich uitdossen; zich uitmonsteren
embellecer opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; tooien; verfraaien; verluchten; zich mooi maken opdirken; opdoffen; optooien; optutten; staan; uitdossen; zich uitdossen; zich uitmonsteren
embellecerse opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; tooien; verfraaien; verluchten; zich mooi maken
emperifollar opsieren; opsmukken; tooien; zich mooi maken; zich opsmukken
engalanar opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; tooien; verfraaien; verluchten; zich mooi maken opdirken; opdoffen; optooien; optutten; uitdossen; zich uitdossen; zich uitmonsteren
pintarse make-up opdoen; opmaken

Wiktionary Translations for opsieren:


Cross Translation:
FromToVia
opsieren adornar; decorar verzieren — (transitiv) mit Zierrat versehen; mit schmückenden Elementen ausgestalten
opsieren decorar; adornar; ornamentar décorerorner, parer, parler d’ornements d’architecture, de peinture, de sculpture.
opsieren adornar; ornamentar ornerparer, embellir une chose, y ajouter, y joindre d’autres choses qui lui donnent plus d’éclat, plus d’agrément.
opsieren adornar; ornamentar; evitar; rehuir parer — Traductions à trier suivant le sens