Dutch

Detailed Translations for uitroeien from Dutch to Spanish

uitroeien:

uitroeien verb (roei uit, roeit uit, roeide uit, roeiden uit, uitgeroeid)

  1. uitroeien (liquideren)
  2. uitroeien (verdelgen)
  3. uitroeien (wegvagen)

Conjugations for uitroeien:

o.t.t.
  1. roei uit
  2. roeit uit
  3. roeit uit
  4. roeien uit
  5. roeien uit
  6. roeien uit
o.v.t.
  1. roeide uit
  2. roeide uit
  3. roeide uit
  4. roeiden uit
  5. roeiden uit
  6. roeiden uit
v.t.t.
  1. heb uitgeroeid
  2. hebt uitgeroeid
  3. heeft uitgeroeid
  4. hebben uitgeroeid
  5. hebben uitgeroeid
  6. hebben uitgeroeid
v.v.t.
  1. had uitgeroeid
  2. had uitgeroeid
  3. had uitgeroeid
  4. hadden uitgeroeid
  5. hadden uitgeroeid
  6. hadden uitgeroeid
o.t.t.t.
  1. zal uitroeien
  2. zult uitroeien
  3. zal uitroeien
  4. zullen uitroeien
  5. zullen uitroeien
  6. zullen uitroeien
o.v.t.t.
  1. zou uitroeien
  2. zou uitroeien
  3. zou uitroeien
  4. zouden uitroeien
  5. zouden uitroeien
  6. zouden uitroeien
en verder
  1. ben uitgeroeid
  2. bent uitgeroeid
  3. is uitgeroeid
  4. zijn uitgeroeid
  5. zijn uitgeroeid
  6. zijn uitgeroeid
diversen
  1. roei uit!
  2. roeit uit!
  3. uitgeroeid
  4. uitroeiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for uitroeien:

NounRelated TranslationsOther Translations
derribar doodschieten; neerleggen; neerschieten
eliminar doden; van kant maken; wegruimen
extirpar afzetten; amputatie; amputeren; verwijderen; wegnemen
liquidar auctie; betalen; dokken; veiling; veilinggebouw; verkoping; verkoping per opbod; voldoen
VerbRelated TranslationsOther Translations
aniquilar liquideren; uitroeien aantasten; aanvreten; bederven; beschadigen; tot schroot verwerken; vernietigen
borrar uitroeien; wegvagen aanrekenen; aanwrijven; afschrijven; berispen; beschuldigen; blameren; diskwalificeren; doorstrepen; gispen; iemand schrappen; in elkaar overlopen; laken; nadragen; royeren; tanen; te niet doen; uitgommen; uitschrijven; uitsluiten; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; verbleken; vervagen; vervloeien; verwijten; vlakken; voor de voeten gooien; voorhouden; wegvegen; wissen
derribar uitroeien; wegvagen afbreken; begeven; bomen kappen; breken; deponeren; dompen; flippen; hakken; houwen; iets afbreken; inhakken; inhouwen; kantelen; kappen; kiepen; leggen; naar beneden werpen; neerhalen; neerleggen; neersabelen; neerschieten; neerslaan; neerwerpen; neerzetten; omduwen; omgooien; omhakken; omkiepen; omkieperen; omlaag werpen; omslaan; omstoten; omver kiepen; omvergooien; omverhalen; omverrukken; omverstoten; omvertrekken; omverwerpen; omwerpen; onderuit halen; onderuithalen; overhoopschieten; plaatsen; ruineren; slopen; smijten; stationeren; ten val brengen; uit elkaar halen; uitgommen; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; vellen; vernielen; vernietigen; verwoesten; vlakken; vloeren; wegvegen; wippen; wissen; zetten
destruir liquideren; uitroeien aantasten; aanvreten; afbreken; bederven; beschadigen; fijnmaken; in de war sturen; ingooien; nekken; platdrukken; ruineren; ruïneren; slopen; te gronde richten; tot schroot verwerken; verbrijzelen; vergruizen; vermorzelen; vernielen; vernietigen; verpletteren; verwoesten; verzieken
eliminar liquideren; uitroeien aanrekenen; aanwrijven; afmaken; afschrijven; berispen; beschuldigen; blameren; diskwalificeren; doorhalen; gispen; koudmaken; laken; liquideren; nadragen; royeren; schrappen; te niet doen; uit de weg ruimen; uitsluiten; verwijderen; verwijten; voor de voeten gooien; voorhouden
erradicar uitroeien; wegvagen uitgommen; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; vlakken; wegvegen; wissen
exterminar uitroeien; verdelgen doodschieten; doodvonnis uitvoeren; executeren; om het leven brengen; ombrengen; vermoorden
extinguir liquideren; uitroeien; wegvagen bedaren; blussen; doven; kalmeren; smoren; sussen; tot kalmte manen; uitblussen; uitdoven
extirpar uitroeien; verdelgen; wegvagen afnemen; afzonderen; demonteren; ecarteren; lichten; ontmantelen; onttakelen; uit elkaar halen; uit elkaar nemen; uiteen nemen; uitnemen; verplaatsen; vervreemden; verwijderen; wegbrengen; wegdoen; weghalen; wegnemen; wegwerken
hacer desaparecer uitroeien; wegvagen uitgommen; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; vagen; vlakken; wegvegen; wissen
liquidar liquideren; uitroeien aanzuiveren; afmaken; koudmaken; liquideren; nabetalen; opdoeken; opheffen; uit de weg ruimen; uitverkopen

Wiktionary Translations for uitroeien:


Cross Translation:
FromToVia
uitroeien exterminar exterminate — to kill all of a population
uitroeien exterminar ausrotten — (transitiv) (eine Tier- oder Pflanzenart) vollständig vernichten oder beseitigen, so dass sie nicht mehr natürlich vorkommt; alle Vertreter einer Art vernichten
uitroeien extirpar; erradicar ausrotten — (transitiv) übertragen: (Verhaltensweisen, Angewohnheiten) mit Engagement zum Verschwinden bringen
uitroeien exterminar exterminerdétruire jusqu’à l’anéantissement.
uitroeien anular; contramandar; liquidar; eliminar; exterminar supprimer — Traductions à trier suivant le sens