Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. aborteren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for aborteer from Dutch to Spanish

aborteren:

aborteren [znw.] noun

  1. aborteren (stilhouden; stoppen)
    la parada
  2. aborteren (afdrijven)

Translation Matrix for aborteren:

NounRelated TranslationsOther Translations
aborto provocado aborteren; afdrijven
parada aborteren; stilhouden; stoppen crypte; etappeplaats; graf; grafplaats; halte; halteplaats; rustplaats; stopplaats; stopteken; werkeloze

Wiktionary Translations for aborteren:

aborteren
verb
  1. een foetus weghalen

Cross Translation:
FromToVia
aborteren abortar avorter — biologie|fr mettre bas accidentellement un fœtus non viable (pour les femmes, on dit « faire une fausse couche »).