Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- afbeelden:
-
Wiktionary:
- afbeelden → retratar
- afbeelden → copiar, figurar, reproducir, retratar, representar
Dutch
Detailed Translations for afbeelden from Dutch to Spanish
afbeelden:
-
afbeelden (portretteren; tekenen; schilderen)
Conjugations for afbeelden:
o.t.t.
- beeld af
- beeldt af
- beeldt af
- beelden af
- beelden af
- beelden af
o.v.t.
- beeldde af
- beeldde af
- beeldde af
- beeldden af
- beeldden af
- beeldden af
v.t.t.
- heb afgebeeld
- hebt afgebeeld
- heeft afgebeeld
- hebben afgebeeld
- hebben afgebeeld
- hebben afgebeeld
v.v.t.
- had afgebeeld
- had afgebeeld
- had afgebeeld
- hadden afgebeeld
- hadden afgebeeld
- hadden afgebeeld
o.t.t.t.
- zal afbeelden
- zult afbeelden
- zal afbeelden
- zullen afbeelden
- zullen afbeelden
- zullen afbeelden
o.v.t.t.
- zou afbeelden
- zou afbeelden
- zou afbeelden
- zouden afbeelden
- zouden afbeelden
- zouden afbeelden
diversen
- beeld af!
- beeldt af!
- afgebeeld
- afbeeldende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
afbeelden (afbeelding; beeld; portret; scene; tafereel; prent)
-
afbeelden (afschilderen)
Translation Matrix for afbeelden:
Related Definitions for "afbeelden":
Wiktionary Translations for afbeelden:
afbeelden
Cross Translation:
verb
-
(overgankelijk) een beeldende gelijkenis maken
- afbeelden → retratar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• afbeelden | → copiar; figurar; reproducir; retratar; representar | ↔ abbilden — (transitiv) etwas visuell darstellen oder zeigen, etwa auf einem Foto oder in einer Zeichnung |