Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. afgevlakt:
  2. afvlakken:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for afgevlakt from Dutch to Spanish

afgevlakt:

afgevlakt adj

  1. afgevlakt

Translation Matrix for afgevlakt:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
nivelado afgevlakt genivelleerd; sluitend; vereffend

afvlakken:

afvlakken [znw.] noun

  1. afvlakken
    el allanar

Translation Matrix for afvlakken:

NounRelated TranslationsOther Translations
allanar afvlakken vlak maken
VerbRelated TranslationsOther Translations
allanar afplatten; effenen; egaliseren; gelijkmaken; gladmaken; platmaken

Wiktionary Translations for afvlakken:


Cross Translation:
FromToVia
afvlakken alisar smoothen — make smooth