Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- afstompen:
-
Wiktionary:
- afstompen → despuntar, embrutecer, abobar
- afstompen → embrutecer, suavizar, entorpecer, arromar, despuntar
Dutch
Detailed Translations for afstompen from Dutch to Spanish
afstompen:
-
afstompen (vervlakken)
igualar; atontarse; embotarse; entorpecer; nivelar; embotar; embrutecerse; entorpecerse-
igualar verb
-
atontarse verb
-
embotarse verb
-
entorpecer verb
-
nivelar verb
-
embotar verb
-
embrutecerse verb
-
entorpecerse verb
-
Conjugations for afstompen:
o.t.t.
- stomp af
- stompt af
- stompt af
- stompen af
- stompen af
- stompen af
o.v.t.
- stompte af
- stompte af
- stompte af
- stompten af
- stompten af
- stompten af
v.t.t.
- ben afgestompt
- bent afgestompt
- is afgestompt
- zijn afgestompt
- zijn afgestompt
- zijn afgestompt
v.v.t.
- was afgestompt
- was afgestompt
- was afgestompt
- waren afgestompt
- waren afgestompt
- waren afgestompt
o.t.t.t.
- zal afstompen
- zult afstompen
- zal afstompen
- zullen afstompen
- zullen afstompen
- zullen afstompen
o.v.t.t.
- zou afstompen
- zou afstompen
- zou afstompen
- zouden afstompen
- zouden afstompen
- zouden afstompen
diversen
- stomp af!
- stompt af!
- afgestompt
- afstompende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for afstompen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
atontarse | afstompen; vervlakken | versuffen |
embotar | afstompen; vervlakken | |
embotarse | afstompen; vervlakken | |
embrutecerse | afstompen; vervlakken | |
entorpecer | afstompen; vervlakken | kazen; krachteloos maken; kwaad doen; nadelig zijn; ontwrichten; schaden; verlammen |
entorpecerse | afstompen; vervlakken | |
igualar | afstompen; vervlakken | bijschaven; effenen; egaliseren; evenaren; fonkelen; gelijk trekken; gelijkkomen; gelijkmaken; gladmaken; glimmen; glinsteren; nivelleren; perfectioneren; vlak maken |
nivelar | afstompen; vervlakken | effenen; egaliseren; gelijkmaken; gladmaken; nivelleren; vlak maken |
Wiktionary Translations for afstompen:
afstompen
Cross Translation:
verb
-
zijn scherpheid verliezen
- afstompen → despuntar
-
iemands tegenwoordigheid van geest nadelig beïnvloeden
- afstompen → embrutecer; abobar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• afstompen | → embrutecer | ↔ abêtir — rendre stupide. |
• afstompen | → suavizar | ↔ adoucir — Rendre doux, tempérer l’âcreté de quelque chose d’aigre, de piquant, de salé. |
• afstompen | → entorpecer | ↔ engourdir — rendre gourd, comme perclus et presque sans mouvement. |
• afstompen | → arromar; despuntar | ↔ émousser — Traductions à trier suivant le sens |