Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. afvaardiging:


Dutch

Detailed Translations for afvaardiging from Dutch to Spanish

afvaardiging:

afvaardiging [de ~ (v)] noun

  1. de afvaardiging (delegatie; deputatie)
    la delegación; la embajada

Translation Matrix for afvaardiging:

NounRelated TranslationsOther Translations
delegación afvaardiging; delegatie; deputatie ander filiaal; delegatie; dependance; gezantschap
embajada afvaardiging; delegatie; deputatie ambassade; gezantschap

Related Words for "afvaardiging":

  • afvaardigingen