Noun | Related Translations | Other Translations |
libertino
|
|
libertijn; losbol; schuinsmarcheerder; vrijdenker
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
libre
|
bandeloos; losbandig; ongebonden; ongebreideld; vrij
|
beschikbaar; beschikbare; disponibel; facultatief; in vrijheid; ledig; leeg; niet verplicht; onbegrensd; onbelemmerd; onbepaald; onbeperkt; onbezet; ongelimiteerd; vacant; vrij
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
azorado
|
bandeloos; verwilderd
|
bedeesd; beschroomd; bleu; geremd; ingehouden; onverzorgd; schroomvallig; schuchter; timide; verlegen; verwaarloosd; verwilderd
|
caótico
|
bandeloos; verwilderd
|
achterlijk; chaotisch; diffuus; door elkaar; dooreen; dwaas; eigenaardig; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; ongeregeld; onordelijk; onverzorgd; ordeloos; rommelig; slordig; stupide; typisch; vaag waarneembaar; verwaarloosd; verwilderd; vreemd; wanordelijk; zot
|
desarreglado
|
bandeloos; verwilderd
|
buiten gebruik; chaotisch; defect; door elkaar; dooreen; nalatig; ongeregeld; onklaar; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; stuk; wanordelijk
|
desasistido
|
bandeloos; verwilderd
|
buiten beheer; onbeheerd
|
desatendido
|
bandeloos; verwilderd
|
buiten beheer; onbeheerd
|
descuidado
|
bandeloos; verwilderd
|
armoedig; buiten beheer; flodderig; haveloos; laks; nalatig; nonchalant; onachtzaam; onbeheerd; ongeregeld; onopgeruimd; onordelijk; ordeloos; pover; rommelig; schamel; sjofel; sjofeltjes; slordig; verlopen; wanordelijk
|
desenfrenado
|
bandeloos; losbandig; ongebonden; ongebreideld; vrij
|
losbandig; niet terughoudend; onberaden; onbesuisd; ondoordacht; ongedisciplineerd; ongeremd; onnadenkend; tuchteloos
|
desordenado
|
bandeloos; verwilderd
|
chaotisch; diffuus; door elkaar; door elkaar heen; dooreen; dwaas; eigenaardig; gek; gewikkeld in; ingewikkeld; maf; mal; ongeordend; ongeorganiseerd; ongeregeld; ongesystematiseerd; onordelijk; onverzorgd; ordeloos; rommelig; slordig; typisch; vaag waarneembaar; verwaarloosd; verwilderd; vreemd; wanordelijk
|
en desorden
|
bandeloos; verwilderd
|
asociaal; chaotisch; door elkaar; dooreen; in de war; ongeregeld; onmaatschappelijk; onordelijk; onverzorgd; ordeloos; overhoop; rommelig; slordig; verwaarloosd; verwilderd; wanordelijk
|
libertino
|
bandeloos; losbandig; ongebonden; ongebreideld; vrij
|
laks; ongedisciplineerd; ontuchtig
|
sin compromiso
|
bandeloos; losbandig; ongebonden; ongebreideld; vrij
|
facultatief; niet verplicht
|
sin orden
|
bandeloos; verwilderd
|
chaotisch; ongeordend; ongeorganiseerd; ongeregeld; ongesystematiseerd; onordelijk; onverzorgd; ordeloos; rommelig; slordig; verwaarloosd; verwilderd; wanordelijk
|