Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. beesten:
  2. beest:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for beesten from Dutch to Spanish

beesten:

beesten [de ~] noun, plural

  1. de beesten (dieren)
    el animales; el bichos; la bestias

Translation Matrix for beesten:

NounRelated TranslationsOther Translations
animales beesten; dieren dierenrijk; fauna; gedierte
bestias beesten; dieren horken; hufters
bichos beesten; dieren gedierte; insecten

Related Words for "beesten":


beesten form of beest:

beest [het ~] noun

  1. het beest (dier)
    el bicho; el animal; la bestia

Translation Matrix for beest:

NounRelated TranslationsOther Translations
animal beest; dier etter; etterbak
bestia beest; dier barbaar; onmens
bicho beest; dier
- dier
ModifierRelated TranslationsOther Translations
animal beestachtig; dierlijk

Related Words for "beest":


Synonyms for "beest":


Related Definitions for "beest":

  1. iemand die wreed en onbeschoft is1
    • het is een beest van een vent1
  2. geen plant of mens, maar wel een levend wezen1
    • de boer verzorgt zijn beesten1

Wiktionary Translations for beest:

beest
noun
  1. dier, gebruikt om het aardse, niet menselijke van een dier te benadrukken

Cross Translation:
FromToVia
beest bestia; animal animal — organism
beest bestia beast — non-human animal
beest bestia; animal; salvaje beast — violent/antisocial person
beest animal; bestia animal — zoologie|nocat=1 métazoaire ; être organisé, doué de sensibilité et de mouvement, et reproductible au sein de son espèce.
beest animal; bestia bête — Tout animal autre que l’Homme.