Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. begroten:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for begroten from Dutch to Spanish

begroten:

begroten verb (begroot, begrootte, begrootten, begroot)

  1. begroten (berekenen)
  2. begroten (ramen; schatten)

Conjugations for begroten:

o.t.t.
  1. begroot
  2. begroot
  3. begroot
  4. begroten
  5. begroten
  6. begroten
o.v.t.
  1. begrootte
  2. begrootte
  3. begrootte
  4. begrootten
  5. begrootten
  6. begrootten
v.t.t.
  1. heb begroot
  2. hebt begroot
  3. heeft begroot
  4. hebben begroot
  5. hebben begroot
  6. hebben begroot
v.v.t.
  1. had begroot
  2. had begroot
  3. had begroot
  4. hadden begroot
  5. hadden begroot
  6. hadden begroot
o.t.t.t.
  1. zal begroten
  2. zult begroten
  3. zal begroten
  4. zullen begroten
  5. zullen begroten
  6. zullen begroten
o.v.t.t.
  1. zou begroten
  2. zou begroten
  3. zou begroten
  4. zouden begroten
  5. zouden begroten
  6. zouden begroten
diversen
  1. begroot!
  2. begroot!
  3. begroot
  4. begrotend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for begroten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
calcular begroten; berekenen afwegen; becijferen; bepalen; berekenen; calculeren; controleren; inschatten; nagaan; nakijken; rekenen; schatten; uitrekenen; uitwerken
computar begroten; berekenen
contar begroten; berekenen aftellen; babbelen; beschrijven; erbij optellen; erbij rekenen; erbij tellen; geld afpassen; kakelen; klappen; kletsen; kwebbelen; kwekken; kwetteren; mededelen; meeberekenen; meerekenen; meetellen; passen; praten; rekenen; snateren; spreken; tellen; toevoegen; uiteenzetten; verhaal vertellen; verhalen; vertellen; wauwelen; zeggen; zwammen
estimar begroten; berekenen; ramen; schatten adviseren; afwegen; appreciëren; bepalen; beramen; berekenen; gissen; gissing maken; iets aanraden; ingeven; inschatten; op prijs stellen; overdenken; overwegen; prijzen; raden; ramen; schatten; suggereren; taxeren; van een prijs voorzien; waarderen
presupuestar begroten; ramen; schatten

Wiktionary Translations for begroten:


Cross Translation:
FromToVia
begroten presupuestar budget — allow for in a budget
begroten presupuestar budget — plan for the use of in a budget
begroten evaluar evaluieren — etwas hinsichtlich seiner Funktionstüchtigkeit oder seines Wertes einschätzen
begroten evaluar veranschlagen — den Wert einer Größe im Voraus abschätzen
begroten apreciar; estimar; evaluar; avaliar; tasar apprécier — Estimer, évaluer (quelque chose), en fixer la valeur, le prix. (Sens général).
begroten estimar estimerpriser quelque chose, en apprécier, en déterminer la valeur.
begroten tasar; estimar; evaluar; apreciar taxer — (vieilli) régler, fixer le prix des denrées, des marchandises, de quelque autre chose que ce soit.
begroten estimar; evaluar; avaliar; tasar; apreciar; valorar évaluerestimer une chose quant à son prix, à sa valeur, à sa quantité, à sa durée.