Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. bestanddeel:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bestanddeel from Dutch to Spanish

bestanddeel:

bestanddeel [het ~] noun

  1. het bestanddeel (basisbestanddeel; onderdeel; component; )

Translation Matrix for bestanddeel:

NounRelated TranslationsOther Translations
componente fundamental basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk
elemento básico basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk basiselement; basismateriaal

Related Words for "bestanddeel":

  • bestanddelen

Wiktionary Translations for bestanddeel:

bestanddeel
noun
  1. een deel dat iets samenstelt

Cross Translation:
FromToVia
bestanddeel ingrediente ingredient — substance present in a mixture
bestanddeel elemento élémentpartie unitaire d’un ensemble.

Related Translations for bestanddeel