Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- bewijzen:
-
Wiktionary:
- bewijzen → probar, prestar un servicio
- bewijzen → manifestar, revelar, demostrar, probar
Dutch
Detailed Translations for bewijzen from Dutch to Spanish
bewijzen:
Conjugations for bewijzen:
o.t.t.
- bewijs
- bewijst
- bewijst
- bewijzen
- bewijzen
- bewijzen
o.v.t.
- bewees
- bewees
- bewees
- bewezen
- bewezen
- bewezen
v.t.t.
- heb bewezen
- hebt bewezen
- heeft bewezen
- hebben bewezen
- hebben bewezen
- hebben bewezen
v.v.t.
- had bewezen
- had bewezen
- had bewezen
- hadden bewezen
- hadden bewezen
- hadden bewezen
o.t.t.t.
- zal bewijzen
- zult bewijzen
- zal bewijzen
- zullen bewijzen
- zullen bewijzen
- zullen bewijzen
o.v.t.t.
- zou bewijzen
- zou bewijzen
- zou bewijzen
- zouden bewijzen
- zouden bewijzen
- zouden bewijzen
diversen
- bewijs!
- bewijst!
- bewezen
- bewijzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for bewijzen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
comprobar | aantonen; bewijzen; staven | afwegen; bepalen; beproeven; checken; constateren; controleren; determineren; diepte bepalen; doorvorsen; examineren; inschatten; kalibreren; keuren; meten; nagaan; nakijken; narekenen; naspeuren; nasporen; natellen; natrekken; onderzoeken; opmeten; overhoren; peilen; schatten; testen; toetsen; vaststellen; verifieren; verifiëren; zekerstellen |
demostrar | aantonen; bewijzen; staven | aanbieden; aanschouwelijk maken; demonstreren; exposeren; laten zien; offreren; presenteren; tentoonstellen; tevoorschijnhalen; tevoorschijntoveren; tonen; veraanschouwelijken; vertonen; voordedaghalen; voorleggen |
evidenciar | aantonen; bewijzen; staven | waarmaken |
- | aantonen |
Synonyms for "bewijzen":
Related Definitions for "bewijzen":
Wiktionary Translations for bewijzen:
bewijzen
Cross Translation:
verb
-
aantonen; staven
- bewijzen → probar
-
betuigen; een dienst bewijzen
- bewijzen → prestar un servicio
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bewijzen | → manifestar; revelar | ↔ evince — show or demonstrate clearly |
• bewijzen | → demostrar | ↔ show — indicate (a fact) to be true |
• bewijzen | → probar; demostrar | ↔ démontrer — prouver d’une manière évidente et convaincante. |
• bewijzen | → probar; demostrar | ↔ prouver — établir la vérité de quelque chose par le raisonnement ou par le témoignage. |