Dutch
Detailed Translations for creperen from Dutch to Spanish
creperen:
-
creperen (verrekken; zieltogen)
morirse; reventar; morir miserablemente; reventarse-
morirse verb
-
reventar verb
-
morir miserablemente verb
-
reventarse verb
-
Conjugations for creperen:
o.t.t.
- crepeer
- crepeert
- crepeert
- creperen
- creperen
- creperen
o.v.t.
- crepeerde
- crepeerde
- crepeerde
- crepeerden
- crepeerden
- crepeerden
v.t.t.
- heb gecrepeerd
- hebt gecrepeerd
- heeft gecrepeerd
- hebben gecrepeerd
- hebben gecrepeerd
- hebben gecrepeerd
v.v.t.
- had gecrepeerd
- had gecrepeerd
- had gecrepeerd
- hadden gecrepeerd
- hadden gecrepeerd
- hadden gecrepeerd
o.t.t.t.
- zal creperen
- zult creperen
- zal creperen
- zullen creperen
- zullen creperen
- zullen creperen
o.v.t.t.
- zou creperen
- zou creperen
- zou creperen
- zouden creperen
- zouden creperen
- zouden creperen
diversen
- crepeer!
- crepeert!
- gecrepeerd
- creperend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for creperen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
morirse | creperen | wegsterven |
reventarse | afbeulen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
morir miserablemente | creperen; verrekken; zieltogen | |
morirse | creperen; verrekken; zieltogen | bezwijken; doodgaan; heengaan; hongeren; hongerlijden; inslapen; omkomen; ontslapen; overlijden; sneuvelen; sterven; vallen; verhongeren; verrekken; verscheiden; wegvallen |
reventar | creperen; verrekken; zieltogen | aantasten; aanvreten; bederven; beschadigen; kapot barsten; klauteren; omwoelen; ontploffen; over iets springen; ploffen; springen; uit elkaar spatten; uit elkaar springen; uiteenspatten; vanaf springen |
reventarse | creperen; verrekken; zieltogen |
External Machine Translations: