Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- deelnemend:
- deelnemen:
-
Wiktionary:
- deelnemen → participar
- deelnemen → participar
Dutch
Detailed Translations for deelnemend from Dutch to Spanish
deelnemend:
-
deelnemend
Translation Matrix for deelnemend:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
compasivo | deelnemend | barmhartig; charitatief; genaderijk; humaan; liefdadig; mededogend; medelijdend; meewarig; menslievend; menslievende; vergevend |
lleno de simpatía | deelnemend | |
participando | deelnemend | mededogend; medelijdend; meewarig |
piadoso | deelnemend | barmhartig; devoot; godsdienstig; godsvruchtig; godzalig; goedgelovig; mededogend; medelijdend; meewarig; naïef; religieus; vroom |
deelnemen:
-
deelnemen (participeren; meedoen)
participar; formar parte de; tomar parte en-
participar verb
-
formar parte de verb
-
tomar parte en verb
-
-
deelnemen
-
deelnemen
Conjugations for deelnemen:
o.t.t.
- neem deel
- neemt deel
- neemt deel
- nemen deel
- nemen deel
- nemen deel
o.v.t.
- nam deel
- nam deel
- nam deel
- namen deel
- namen deel
- namen deel
v.t.t.
- heb deelgenomen
- hebt deelgenomen
- heeft deelgenomen
- hebben deelgenomen
- hebben deelgenomen
- hebben deelgenomen
v.v.t.
- had deelgenomen
- had deelgenomen
- had deelgenomen
- hadden deelgenomen
- hadden deelgenomen
- hadden deelgenomen
o.t.t.t.
- zal deelnemen
- zult deelnemen
- zal deelnemen
- zullen deelnemen
- zullen deelnemen
- zullen deelnemen
o.v.t.t.
- zou deelnemen
- zou deelnemen
- zou deelnemen
- zouden deelnemen
- zouden deelnemen
- zouden deelnemen
diversen
- neem deel!
- neemt deel!
- deelgenomen
- deelnemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for deelnemen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
conectar | inschakeling; koppelen; koppeling | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
conectar | deelnemen | aandoen; aanmaken; aansluiten; aanzetten; doorverbinden; inschakelen; koppelen; paren; starten; verbinden; verbinding maken |
formar parte de | deelnemen; meedoen; participeren | thuishoren |
participar | deelnemen; meedoen; participeren | meedoen; meeleven; meespelen; meevoelen |
replicar | deelnemen | argumenteren; disputeren; protesteren; redetwisten; tegenspreken; tegenwerpen; twisten; weerspreken |
tomar parte en | deelnemen; meedoen; participeren | meedoen; meespelen |
unirse | deelnemen | |
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
participar | opt-in |
Synonyms for "deelnemen":
Related Definitions for "deelnemen":
Wiktionary Translations for deelnemen:
deelnemen
Cross Translation:
verb
-
meedoen, meevoelen
- deelnemen → participar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• deelnemen | → participar | ↔ partake — to take part in an activity |
• deelnemen | → participar | ↔ participate — to join in, to take part, to involve oneself |
• deelnemen | → participar | ↔ participer — prendre part. |