Dutch

Detailed Translations for doorgingen from Dutch to Spanish

doorgaan:

Conjugations for doorgaan:

o.t.t.
  1. ga door
  2. gaat door
  3. gaat door
  4. gaan door
  5. gaan door
  6. gaan door
o.v.t.
  1. ging door
  2. ging door
  3. ging door
  4. gingen door
  5. gingen door
  6. gingen door
v.t.t.
  1. ben doorgegaan
  2. bent doorgegaan
  3. is doorgegaan
  4. zijn doorgegaan
  5. zijn doorgegaan
  6. zijn doorgegaan
v.v.t.
  1. was doorgegaan
  2. was doorgegaan
  3. was doorgegaan
  4. waren doorgegaan
  5. waren doorgegaan
  6. waren doorgegaan
o.t.t.t.
  1. zal doorgaan
  2. zult doorgaan
  3. zal doorgaan
  4. zullen doorgaan
  5. zullen doorgaan
  6. zullen doorgaan
o.v.t.t.
  1. zou doorgaan
  2. zou doorgaan
  3. zou doorgaan
  4. zouden doorgaan
  5. zouden doorgaan
  6. zouden doorgaan
diversen
  1. ga door!
  2. gaat door!
  3. doorgegaan
  4. doorgaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for doorgaan:

VerbRelated TranslationsOther Translations
alargar continueren; doorgaan; prolongeren; verdergaan; vervolgen; voortzetten duur verlengen; opspannen; prolongeren; spannen; uitrekken; verlengen
continuar aanhouden; continueren; doorgaan; doorzetten; prolongeren; standhouden; verdergaan; vervolgen; volharden; volhouden; voortgaan; voortzetten aanhouden; doorrijden; doorwerken; een stapje verder gaan; verdergaan; voortbestaan; voortduren
perseverar doorgaan; doorzetten; standhouden; volharden; volhouden doordouwen; doorduwen; doorzetten
persistir doorgaan; doorzetten; standhouden; volharden; volhouden
prolongar continueren; doorgaan; prolongeren; verdergaan; vervolgen; voortzetten duur verlengen; langer duren; prolongeren; verlengen
proseguir continueren; doorgaan; prolongeren; verdergaan; vervolgen; voortzetten berechten; daarnaast doen; de draad weer oppakken; doorwerken; een stapje verder gaan; hernemen; hervatten; verder doen; verdergaan; vervolgen
seguir aanhouden; continueren; doorgaan; prolongeren; verdergaan; vervolgen; voortgaan; voortzetten achternagaan; achternalopen; bijhouden; doorwerken; een stapje verder gaan; gehoorzamen; gevolg geven aan; imiteren; komen na; luisteren; nabootsen; nadoen; nakomen; nalopen; navolgen; opvolgen; verdergaan; volgen
- continueren; vervolgen; voortzetten

Synonyms for "doorgaan":


Antonyms for "doorgaan":


Related Definitions for "doorgaan":

  1. het blijven doen, verder gaan1
    • ze gingen maar door met hun gezang1
  2. door anderen zo gezien worden1
    • hij gaat door voor een vriendelijk man1
  3. het leek dat het niet zou gebeuren, maar het gebeurt toch1
    • gelukkig, de reis gaat door1

Wiktionary Translations for doorgaan:

doorgaan
verb
  1. niet stoppen

Cross Translation:
FromToVia
doorgaan continuar; seguir continue — transitive: proceed
doorgaan comenzar; proceder; realizar; hacer; continuar; empezar; proseguir; seguir get on with — proceed with
doorgaan continuar go on — continue
doorgaan pasar pass — to continue
doorgaan continuar proceed — go forward
doorgaan proceder proceed — pass from one point to another
doorgaan proceder proceed — go on in an orderly or regulated manner
doorgaan demoler; derribar; deprimir; abatir; desalentar; agotar; matar; vencer; recorrer; atravesar; calmar; sosegar abattre — Traductions à trier suivant le sens
doorgaan continuar; durar; seguir continuerpoursuivre ce qui commencer.
doorgaan mantener maintenirtenir ferme et fixe.
doorgaan leer de cabo a rabo; recorrer; atravesar parcourirtraverser un espace en divers sens.
doorgaan continuar reconduireTraductions à trier suivant le sens.