Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. een bad nemen:


Dutch

Detailed Translations for een bad nemen from Dutch to Spanish

een bad nemen:

een bad nemen verb (neem een bad, neemt een bad, nam een bad, namen een bad, een bad genomen)

  1. een bad nemen

Conjugations for een bad nemen:

o.t.t.
  1. neem een bad
  2. neemt een bad
  3. neemt een bad
  4. nemen een bad
  5. nemen een bad
  6. nemen een bad
o.v.t.
  1. nam een bad
  2. nam een bad
  3. nam een bad
  4. namen een bad
  5. namen een bad
  6. namen een bad
v.t.t.
  1. heb een bad genomen
  2. hebt een bad genomen
  3. heeft een bad genomen
  4. hebben een bad genomen
  5. hebben een bad genomen
  6. hebben een bad genomen
v.v.t.
  1. had een bad genomen
  2. had een bad genomen
  3. had een bad genomen
  4. hadden een bad genomen
  5. hadden een bad genomen
  6. hadden een bad genomen
o.t.t.t.
  1. zal een bad nemen
  2. zult een bad nemen
  3. zal een bad nemen
  4. zullen een bad nemen
  5. zullen een bad nemen
  6. zullen een bad nemen
o.v.t.t.
  1. zou een bad nemen
  2. zou een bad nemen
  3. zou een bad nemen
  4. zouden een bad nemen
  5. zouden een bad nemen
  6. zouden een bad nemen
diversen
  1. neem een bad!
  2. neemt een bad!
  3. een bad genomen
  4. een bad nemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for een bad nemen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
bañarse een bad nemen baden; zwemmen
tomar un baño een bad nemen

Related Translations for een bad nemen