Summary


Dutch

Detailed Translations for effenheid from Dutch to Spanish

effenheid:

effenheid [znw.] noun

  1. effenheid (vlakheid)
    la nivel; la llanura; la igualdad; la lisura

Translation Matrix for effenheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
igualdad effenheid; vlakheid analogie; evenbeeld; gelijkaardigheid; gelijkheid; gelijkschakeling; gelijksoortigheid; gelijkstelling; gelijkwaardigheid; gemeenschappelijkheid; overeenkomst; soortgelijkheid; synchronisatie
lisura effenheid; vlakheid gladheid; glibberigheid
llanura effenheid; vlakheid laagvlakte; vlakte
nivel effenheid; vlakheid buil; bult; graad; gradatie; kneuswond; kneuzing; laag; letsel; mate; niveau; peil; pijlhoogte; plan; stand; vlak
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
nivel dimensieniveau; laag; niveau

Related Words for "effenheid":


effenheid form of effen:


Translation Matrix for effen:

NounRelated TranslationsOther Translations
igual dezelfde
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
apagado effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit afsluitings-; beslagen; bleek; dof; eruit; flets; futloos; geblust; gedempt; glansloos; grauw; halfluid; ingetogen; kleurloos; lamlendig; lusteloos; mat; mistroostig; niet helder; oververmoeid; slap; somber; stemmig; triest; troosteloos; uit; uitgeblust; van; vanaf nu; vanuit; vreugdeloos
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
apagado afsluiten
constante constante
horizontal afdrukstand Liggend; liggend
ModifierRelated TranslationsOther Translations
a bocajarro effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit gladaf; platweg
a sotavento effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit banaal; gemeen; grof; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; lomp; onedel; plat; platvloers; ploertig; schunnig; triviaal; vunzig
astuto effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; van één kleur; vlak; vlakuit achterbaks; adrem; arglistig; bij de pinken; bijdehand; clever; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniaal; geniepig; geraffineerd; geslepen; gevat; gewiekst; gluiperig; goochem; ijdel; kien; leeg; leep; link; listig; loos; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend; ongevuld; pienter; puntig; raak; scherp; schrander; slim; slinks; sluw; snedig; snood; snugger; spits; stiekem; uitgekookt; uitgeslapen; vernuftig
constante effen; van één kleur aaneengesloten; aanhoudend; altijddurend; bestendig; blijvend; constant; continu; continue; doorlopend; eeuwig; gelijkblijvend; gelijkmatig; gestaag; in elk geval; in ieder geval; indifferent; laconiek; lauw; niet aflatend; onafgebroken; onafgelaten; ongevoelig; ongeïnteresseerd; ononderbroken; onophoudelijk; onveranderlijk; onverflauwd; onverminderd; onvermoeibaar; onvermoeid; onverschillig; voortdurend
cuco effen; van één kleur arglistig; doortrapt; gehaaid; geraffineerd; geslepen; gewiekst; leep; link; listig; scherpzinnig; slinks; sluw; spitsvondig; uitgekiend
equilibrado effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; van één kleur; vlak; vlakuit beheerst; evenwichtig; in evenwicht; sluitend
fino effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit dun; edelmoedig; elegant; fijn; fijngebouwd; fijntjes; fijnzinnig; geen vet op de botten hebbende; genereus; gracieus; gul; iel; lichtgebouwd; mager; mild; puntig; rank; royaal; ruimhartig; scherp gepunt; schraal; schriel; sierlijk; slank; slank en smal; tenger; verfijnd; vrijgevig
horizontal effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit horizontaal; plat; vlak
igual effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; van één kleur; vlak; vlakuit analoog; dergelijk; dergelijke; desgelijks; dito; dusdanig; eender; eenvormig; evenveel; evenzo; exact hetzelfde; geheel gelijk; gelijk; gelijkaardig; gelijkslachtig; gelijksoortig; gelijkvormig; hetzelfde; homogeen; idem; idem dito; identiek; net zo; om het even; onveranderd; ook; op dezelfde wijze; precies hetzelfde; precies zo; soortgelijk; weerga; zelfde; zijnsgelijke; zo een; zo'n; zodanig; zoiets; zulk; zulke
monótono effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit afstompend; eentonig; geestdodend; monotoon; saai; slaapverwekkend; stom; suf
suave effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; van één kleur; vlak; vlakuit ingetogen; kneedbaar; mals; smeuïg; stemmig; vormbaar; zacht; zacht aanvoelend
tajantemente effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit gladaf; platweg

Related Words for "effen":


Wiktionary Translations for effen:

effen
adjective
  1. glad van oppervlak

Cross Translation:
FromToVia
effen liso; lisa lisse — Sans aspérité ni rayure.
effen llano; achatado; plano platsans relief.